alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

woensdag 23 juni 2010

extra extra: central azie dress code



central azie dress code

22 juni 2010



in de afgelopen dagen heb ik een blog geschreven over een reis.
Ik moet nu nog het eind van die trip beschrijven, maar hier komt even een tussenstuk.
Binnen het continue verhaal was er geen plaats voor.




Centraal Azie; the dress code


In de afgelopen weken reisde ik door Centraal Azië en wist van tevoren niet zo goed wat ik moest verwachten. Wist ook niet zo goed waarom ik daar heen ging. Met een ruime blik wandelde ik rond, niet gestoord door informatie of achtergrond.
Ik ben wel eens vaker daar in de buurt geweest, ook wel verderop in Azië en dichterbij in Europa. Net als iedere andere plek op de wereld die niet aan de kust licht (en zelfs daar kan het voorkomen) ligt Centraal Azië op een kruispunt. In Centraal Azië is dat wel erg duidelijk, dit hele gebied heeft migratiegolven van links naar rechts en van boven naar beneden ondergaan. In andere tijden ging het weer van rechts naar links en van boven naar benden. Het is een rusteloos gebied. De onherbergzaamheid helpt daarin mee. Niemand wilde er wonen maar het lag halverwege, en dus bleven ze een nachtjes slapen. Dat nachtje kon wel een langer gaan duren, een leven of een paar generaties, maar eigenlijk wilde iedereen er steeds weg. Nog steeds.

Het verhaal kan nu twee kanten op en ik weet nog niet welke ik ga kiezen. Misschien doe ik ze beide wel. De keuze is moeilijk. Omdat ik een beeldverhaal wil maken over kleren en ik daar vrij veel foto’s bij heb kan ik het daar over hebben en dat een mooi rond verhaal maken. Gezien de actualiteit op de wereld (Kirgizië staat in brand, veel doden en heel veel vluchtelingen) kan ik ook na de bovenstaande inleiding gaan schrijven over de vreselijke spagaat van de langzame reiziger; hij is ergens, voelt zich thuis, maar weet dat hij er niet hoort. Dat wordt extra duidelijk als de ander hem er op wijst dat ie er niet hoort (Oezbeken worden nu op hardhandige wijze de deur gewezen). In dit geval is het extra droef omdat de Kirgizen de deurwijzers zijn dat doen met een knuppel, een fakkel, een mitrailleur in de hand, en omdat ze zelf maar een of twee generaties langer in het onherbergzame land wonen. Ze hebben dus oude rechten, maar zo oud zijn die nou ook weer niet. Daarnaast zijn er ook nog de oorspronkelijke bewoners, die houden zich vrij stil, begreep ik.
De actualiteit van het onderwerp maakt het noodzakelijk om er over te schrijven. Het zou vreemd zijn om nu een verhaal over transmigratie in Centraal Azië te schrijven en niets te zeggen over de smeulende resten van Kirgizië.
Maar ik wilde een beeldverhaal maken en kan dat eigenlijk niet doen want over de actualiteit heb ik geen beelden. (Ja, ik kan wel plaatjes jatten van het internet, want die bloederige foto's maakte ik niet. Sterker nog; op mijn foto’s van 3 weken geleden in Kyrgizie staan alleen meer breedlachende aardige mensen die het leven gespannen maar hoopvol tegemoet treden.)
Het brede lachen zie je niet op de foto’s die ik bij dit verhaal wilde doen. Dit verhaal gaat over transmigratie en de uiterlijke vorm daar van. Op straat zie je veel verschillende soorten mensen. Technisch is het herkenbaar als een gebied tussen Azie en Europa. Er lopen mensen met spleetogen en er zijn Kaukasische koppen, dan zijn er nog allemaal tussenvormen. Niet alleen in gezichten, ook in lichamen. Chinezen en Japanners, de proto-Aziaten, zijn over het algemeen klein en niet erg gespierd. Europeanen zijn dikker en langer. In Centraal Azië krijg je lange dunne mensen, en kleine brede. De lange dunne zijn over het algemeen succesvoller dan de kleine brede. Het heeft te maken met voedsel, het soort werk wat ze doen en de genetische mix. Succesvolle mensen kunnen makkelijker hun partner kiezen dan sukkels. Bij de partnerkeuze gaat het ook om de verschijningsvorm. Hoewel iemand leuk en slim is, toch moet je een drempel over om hem/haar als bedpartner te kiezen als die tevens klein, dik en lelijk is. Het levens is hard.
Het gevolg van dit alles is dat er in Centraal Azie heel mooie mensen rondlopen. Althans, dat vind ik. Lang leve de vele verhuizingen.



Soms gaat het ook mis. Dan ontstaat er ineens een mix van culturen die niet helemaal aansluit bij mijn voorkeuren. Ik ben op een andere manier gecodeerd en snap sommige dingen niet. In Kirgizië, Tadzjikistan en een beetje in Oezbekistan lopen vrouwen rond in vreemde gewaden. Dat was het eigenlijke onderwerp van dit verhaaltje. Ik heb ze gefotografeerd, maar niemand poseerde voor me, vrouwen willen niet zomaar gefotografeerd worden. Dat zijn moslimwetten, zeggen ze.



De Moslimwetten schrijven voor dat de dames decent gekleed moeten gaan, armpjes en beentjes bedekt, niet te veel huid laten zien (en graag een beetje nurks kijken).
Centraal Azie ligt vlak bij Iran; daar hebben ze donkere jurken die aan alle moslimeisen voldoen, maar die soms iets getailleerds hebben, soms iets modisch. In Turkije, dat een van de dominante naties in de regio is hebben mensen veel dekens en goedkoop textiel in huis. De andere kant op, aan de zuidoostelijke kant ligt Pakistan. Daar houden de mensen van uitbundige kleuren op textiel.
In de landen die ik recent bezocht hebben ze de Iraanse, Turkse en Pakistaanse invloeden in een blender gestopt en is er iets merkwaardigs uitgekomen. Een broek en een jurk daarover, dichtgesloten. Een flodderinge hoofddoek die de nurkse (en bij tijd en wijle schalkse) blik een beetje verhult. Dit setje is gemaakt van een goedkope stof waar je niet in de buurt een vuurtje moet aansteken. Dit soort stof wordt gebruikt voor die Turkse dekens, dan zit er een tijgerprint op. Het ziet er erg warm en zweterig uit. De Pakistaanse invloed is zichtbaar in de prints. Hier dus geen tijgers (dat zou weer niet passen bij de moslim mores) maar bloemen, grafische patronen, maar vooral erg veel kleuren. Een ziekmakende hoeveelheid kleuren. De ontwerper die achter zijn computer het dessin zat in te kleuren, was in een wel erg olijke bui. Misschien was hij zijn eigen grenzen aan het verkennen en was de controller in slaap gevallen, misschien doet hij het uit moedwil, mensen pesten. De kans is echter het grootst dat ie het echt mooi vond, dat zijn baas verrukt was van de nieuwe kleuren voor het dessin en dat de lieve mevrouw die het lapje op de markt kocht het voor de passpiegel voor haar lichaam hield en zachtjes mompelde, met een lichtheid in haar hoofd: “Dit is echt, echt iets voor mij.” Zij zal het zich waarschijnlijk niet bedacht hebben maar kleding is communicatie. En dit gevoel, deze stijl, dit patroon en dit dessin combineert precies wat zij wilde communiceren. Zij wil iets vertellen aan haar man, kinderen, vrienden en zelfs aan willekeurige passanten op straat.

Laat ik nou afgelopen weken zo’n passant geweest zijn en de enige reactie die het bij mij te weeg bracht was een lichte golf van afschuw, keer op keer.
Ik weet wel dat de moslimleer tegenwoordig vindt dat vrouwen geen prikkelingen veroorzaken mogen, maar dat wil toch niet zeggen dat je oncomfortabele dingen gaat dragen in schreeuwerige kermiskleuren van een acne-opwekkend materiaal.
Ik kan me echt niet voorstellen dat je zulke dingen uit vrije wil aan wil doen. Verwondering was mijn grootste emotie.

In het licht van de actualiteit nu is het vreemd om over dergelijke verschijningsvormen te vallen. Als het land in brand staat, als er mensen vluchten en onderduiken, als die vriendelijke lui die ik tegenkwam op straat ineens in hun broek poepen van angst, hun spullen op een handkar stapelen en de wijk nemen, dan gaat het over grotere zaken dan de print van hun hobbezak. Heel in de verte ben ik in mijn hoofd aan het zoeken naar een verband tussen lelijke jurken en het vluchten, tussen stadsdelen die in de fik staan en de brandbaarheid van de stof, tussen de lelijkheid en de neiging er niet langer te willen zijn. Het is allemaal te kort door de bocht. Ik ben bang dat die kleding cultuur is en ik ben bang dat ondanks de rellen dergelijke kleding nog wel lang zal blijven.

Dit is een hopeloos stukje want ik heb vooral diep medelijden met wat er nu allemaal gebeurt en daar gaat het stukje niet over. Laten we hopen dat het niets met de kleding te maken heeft, want dan is Tadzjikistan ook nog aan de beurt.