alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

Posts tonen met het label kenya airlines. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kenya airlines. Alle posts tonen

zondag 18 mei 2014

Ik ben een hete aardappel



Onvrijwillige vakantie in Addis (deed II en eind)

Het is nu zaterdag. Ik zit op mijn kantoor in Nairobi en ik heb net het verhaal over mijn onvrijwillige vakantie in Addis ge-upload.

Dat verhaal schreef ik afgelopen zondag al en de afloop was toen nog onduidelijk. Ik vond het niet zo’n goed idee om die blog te uploaden terwijl ik nog in Ethiopië was.

Het werd me duidelijk dat Ethiopië een vrij uitgebreid netwerk van ‘agenten’, ‘stillen’ en ‘verklikkers’ heeft en dat die het leuk vinden van alles in computers te zetten en dat ze het niet zo belangrijk vinden de boel zo af en toe op te schonen.
Geen idee of ze ook Nederlandstalige blogjes gaan vertalen. Zou best kunnen. Ik hoop in dat geval dat ze ervan genieten en dat ze een klein beetje het gevoel voor luchtigheid kunnen waarderen.
Maar over het algemeen zijn veiligheidsdiensten niet erg goed in sarcasme, cynisme of korreltjes zout.

het Bole Vliegveld in Addis; dan weer druk, dan weer leeg
Op maandagochtend, afgelopen maandag dus, ging ik weer naar de NL ambassade, om 9 uur stond ik op de stoep en werd vriendelijk geholpen door een de dame van de consulaire afdeling. Aan de ene kant wilden zij een officieel ‘ding’ doen naar aanleiding van het feit dat mijn paspoort was ingenomen, maar mij leek het praktischer dat te gaan doen tegen de tijd dat ik mijn paspoort terug had. Uiteraard is het hun taak de dingen officieel te doen en zijn zij niet van het onderhands regelen in de baas z’n tijd. Niemand, dus ook geen vreemde overheden, mogen een paspoort innemen, het is gen eigendom van de houder, het is van de staat der Nederlanden en ik mag er alleen voor zorgen.

Op de ambassade hadden een paar weken geleden de chauffeur (die Armaic spreekt) met de ‘note verbale’ naar het ministerie gestuurd, daardoor werd de alexander-moet-van-een -lijst-af-actie iets officiëler. Dat hele verhaal staat uitgebreid in de vorige blog.

Toen ik op donderdagavond het land uit wilde liep de zaak vast. Door die officiële brief kon mijn zaak op het vliegveld niet ‘effe’ geregeld worden en moest de directeur van de immigratiedienst er iets van vinden. Het was middernacht en die lag te slapen, en dus moest ik wachten. Logisch.
Maandagochtend bij de ambassade leverde vooral op dat zij nog wisten van mijn zaak, en dat ik wist dat ze ermee bezig zijn (waren). Daarbij weet ik nu de gezichten van de dames die die ermee bezig zijn. Ik heb weinig invloed op de manier van doen en heb geen zicht op de stappen. Het enige dat ik weet is dat ik uiteindelijk van die lijst af wil omdat ik heel veel vaker naar Ethiopië wil, omdat daar mooie kansen liggen voor ons bedrijf. Op de ambassade wisten ze wel dat mijn paspoort nog steeds op het vliegveld lag en de grote oversteek naar het kantoor van de immigratiedienst nog niet gemaakt had. 
Maandag dus: Ik moest toch naar het vliegveld (6-de keer in 3 dagen) om te kijken of mijn tas er al was en wandelde (zonder tas) bij de immigratie langs. De mijnheer daar kende mijn zaak en vroeg aan zijn baas of ie mijn paspoort mocht teruggeven.
wachten wordt verlicht door top-macchiato, altijd en overal...
Ik wachtte een uurtje of 3 en babbelde met Russische helikopterpiloten (doordat ze een soort hansopje dragen van een zachte stof zagen ze er uit als gigantische paaskonijnen zonder muts en met een wodkakegel). Zij hadden een paar maanden met hun ‘heli’s’ in de woestijn gespeeld en hadden nu problemen om dat ding weer het land uit te krijgen. En bij de immigratiedienst waren ze benieuwd of er geen staatsgevaarlijk info op hun laptopjes en tablets stonden.  Ze zaten nu al twee dagen te wachten totdat de immigratiedienst alle familiefoto’s van alle apparaten bekeken had.  Dan kan ik me voorstellen dat je dan een klein slokje van het wonderwater uit je heuplflacon neemt.
Na verloop van tijd vertelde ik de ‘immigratiepief’ dat ik niet zo goed wist waar ik op zat te wachten. Ik wilde of mijn paspoort terug, of ik wilde dat het naar het immigratiekantoor ging. Mijn trouwe chauffeur Salomon stond buiten te smelten in zijn auto en ik kon best een paspoort, desnoods met een immigratiedienstmedewerker, meenemen naar het Black Lion gebouw.
De directeur van de immigratiedienst bleek nu niet bereikbaar, er waren telefoonproblemen of hij was even weg. Zachtjes vertelde de man dat ik woensdagmiddag moest terugkomen.
Er zonk iets in mijn schoenen, geen idee wat, maar het was een onprettig gevoel.
En meteen wees hij op de rug van een man in een pak die wegliep en zei: ‘Hij heeft je paspoort en hij gaat nu naar de immigratiedienst.’

Als een uitgeperste James Bond sprong ik op, wandelde schaduwend achter hem aan en bekeek naar welke auto hij liep, ondertussen belde ik Salomon, alsof Zorro zijn paard floot instructies voor te komen rijden en terwijl hij in zijn oude Corolla met gescheurd dashboard aan kwam draven, sprong ik er in en zei: “follow that car”.
De hitte van een paar uur eerder was aan het omslaan en vlak buiten het vliegveld begon ‘t te regenen en al snel bleek de Corolla nauwelijks opgewassen tegen de klotsende golven over het wegdek, de ruitenwissers boden nauwelijks verzet tegen de dikke droppels en Salomon vertelde: ‘this is serious rain, by the way.’ 

Ik had al zo’n indruk.
Na een half uurtje zette hij mij af bij het hoofdkantoor van de immigratie in het Black Lion gebouw, ik rende de trappen op en in de hal kwam ik de man tegen die mijn paspoort in zijn hand hield en het bij kamer 89 afleverde.

Inmiddels kan ik er luchtig over doen, maar op dat moment waren er nog maar 4 dingen echt duidelijk:

-       - ik had mijn paspoort niet, wel even voorbij zien flitsen, maar had het nog niet gevoeld. (en er zat inmiddels een stevig pakket papier in…)
-       - het was in handen van een niet erg aardige, en zeker geen transparante dienst die het niet erg vind als mensen op hem wachten.
-       - mij was verteld dat ik iets had gedaan dat niet mocht (niemand weet wat) en dat ik mij moest voorbereiden op mijn rechtszaak en dat die nog wel eens 2 maanden op zich kon laten wachten.
-       - de enige die mij kon helpen was de directeur van de immigratiedienst en die leek zich te verstoppen, veel belangrijker dingen te doen of misschien wel helemaal niet te bestaan.

Op zich waren dat allemaal ingrediënten die niet zorgen voor gerustheid en de enige die ik mij kon bedenken die die ongerustheid konden wegnemen waren mijn vrienden van de Ambassade, maar die zaten ook een beetje met deze zaak in hun maag; een short cut zou misschien weinig diplomatiek zijn en de ‘long haul’ leverde geen oplossing op korte termijn.

Na de Ambassade, de immigratie op het vliegveld, de immigratie in het Black Lion gebouw, opnieuw de ambassade en de Ethiopische ambassade in Brussel en in Nairobi wist ik wel dat er iets fout is, maar niet wat, weet niet waarom ik op een lijst sta en hoe ik er af kan komen.
deze mevrouw zat tegenover mij te wachten... dat kon ze erg goed
Ik weet alleen dat eigenlijk niemand iets weet en dat niemand weet wie mij helpen kan. Niemand heeft er zin in en niemand kan er iets mee… de hete aardappel wordt doorgeschoven. Ik ben een aardappel.

Na nog eens een middagje op het kantoor van de Black Lions werd ik rond half 4 echt kribbig. Er was niemand om tegen te klagen en het liep weer tegen sluitingstijd. Dus wandelde ik op goed geluk een kantoor binnen en zag per ongeluk mijn paspoort op dat buro liggen. Dus zei ik:
-Ha, ik kom dat paspoort halen.
-Wait ouside…
- Nou, ik ben al een tijdje outside aan het waiten en ik heb daar zo langzamerhand wel genoeg van. Kunt u mijn dan ten minste vertellen waarop ik dan wacht.
- Op de baas
- Ja, maar ik wacht al 4 dagen op de baas en ik heb niet het gevoel dat er veel beweging in zit. Ik wil heel graag met hem praten.
- Kom op woensdag terug
- Nou, ik vertel net dat ik al genoeg gewacht heb, en nu zegt u dat ik nog 2 dagen moet wachten… dat vind ik niet zo’n goed voorstel
- Talk to the boss
- Yes please,… Give me the boss
- The boss is not here
- Then why am I waiting?
- He will be here soon
- When is soon?
- He will be here at 4…
- Great!  now it is 5 to 4, can you book a meeting for me with the boss at 4?
en toen zei hij: “Ja”. De sukkel, mijn engel.

mijn nieuwe vriend, de immigratiedienst man
De andere mensen op zijn kantoor begonnen te lachen. Ik weet niet of ze mij uitlachten, om de situatie lachten of dat ze langzaam door hadden dat het een kafkaiaans rollenspel was dat ze overbekend voorkwam, maar waar ze niets aan konden doen.
Ik stak mijn hand uit en zei:
- Deal…geweldig, ik heb een afspraak met de baas om 4 uur, en eindelijk heb ik iemand gevonden waarmee ik echte duidelijke afspraken kan maken; geef me een hand…
Hij schudde mijn hand met een week glimlachje. Boeren met kiespijn bestaan ook in Ethiopië.
Ik ging weer buiten zijn kantoor op het spartaanse wachtbankje zitten en om kwart over 4 wandelde ik zijn kantoor weer binnen en zei:
- Ha, ik heb een afspraak met de baas, is ie er?
Mijn nieuwe vriend keek op van zijn patience spel en zei:
- no, he has not yet arrived…
- nou, dat is toch vreemd… hij heeft een afspraak met me en dan komt ie niet… heel merkwaardig.
- just wait outside
- nee, ik wacht niet meer outside.
- je moet de regels van dit land respecteren, u bent een gast.
En toen werd ik echt heel erg giftig… heel langzaam probeerde ik hem uit te leggen dat ik heel graag de regels van een land wil respecteren en dat ik mij graag wil gedragen, maar dat zij dan moeten uitleggen wat die regels zijn, en wat ik zoal fout heb gedaan. En ik legde hem uit dat het niet echt heel erg correct is om iemand niet de mogelijkheid te geven om naar huis te reizen als ie dat graag wil. Dat ik het niet zo’n goed idee vind als je mensen op bezoek krijgt, ze en paar dagen in een hotelkamer te laten zitten, dat ik het niet zo aardig vind om de bagage kwijt te maken, dat ik het onvriendelijk vind om geen duidelijke informatie te geven en dat ik, als ik bij mensen op bezoek ben, meestal wel iets te drinken aangeboden krijg.
- De baas komt er aan… zei hij.
De anderen in zijn kantoor lachten weer.

En twintig minuten later, ik zat netjes buiten zijn kantoor te wachten, riep hij mijn naam om door een soort interkommetje (ik zat werkelijk in mijn eentje aan de andere kant van de open deur).
Hij riep me binnen en ik was bereid te horen dat de baas nog 3 weken met vakantie was en dat ik moest wachten totdat hij van zijn Hadj of zijn tocht naar Israel, Rome of weet ik veel waar vandaan terug zou zijn. Maar mijn nieuwe vriend zei:
- schrijf op: Ik, Alexander Valeton ontvang mijn paspoort terug van ambtenaar 101 op het kantoor van de immigratie in Ethiopië, mijn paspoort is niet stuk en ik ben goed behandeld… en dan de datum en je handtekening.
Uiteraard deed ik dit met het gemak van de eerste de beste leugenaar, en vroeg of ik een fotootje mocht maken van dit waardevolle document. Dat mocht niet, of ik een foto mocht maken van mijn nieuwe vriend en mijn oude paspoort samen… dat mocht ook niet.

Tien minuten later stond ik buiten, chauffeur Salomon maakte een dansje en zei: ‘zie je wel dat Ethiopiërs aardig zijn’,  en we renden naar het ticketbureau van Ethiopian Airways om de eerste vlucht naar Nairobi te boeken.
3 uur later checkte ik in op het vliegveld;
Heel, heel kort werd daar moeilijk gedaan over het feit dat mijn visum reeds 4 dagen eerder voor de huidige exit was gestempeld (ik was immers al door de douane en werd toen terug geroepen, 4 dagen geleden). Ik vroeg om de baas en de baas keek om de hoek en zei: ‘ik ken deze zaak, laat maar gaan…’
En nog snel vroeg ik aan deze baas: “Wat was nou 't probleem en is dat nou opgelost”?
En hij zei: “de verwarring is ontstaan doordat er iemand anders is uit Nederland met precies dezelfde naam als jij, maar met een andere foto… dus is dat iemand anders. Maar die man die staat op onze ‘wanted’ lijst…”

Ik weet 100% zeker dat er geen andere Nederlander is met mijn naam en zeker niet van mijn leeftijd.

Ik ben een hete aardappel…en mensen verzinnen smoesjes.


----------------------

 stills uit het Black Lion gebouw:












 ---------------------

ik reed veel rond... wat auto-foto's:
















vrijdag 5 november 2010

english... let's see

Since I am living abroad I think I should think of my international friends a bit more. Until now I have been blogging in Dutch only, but it would be wise to internationalize my blog.

A few days ago I was referring in this blog to the fact that Quality, indeed with a capital Q, is probably the most wanted ingredient to improve life.
All my life I have been scribbling in Dutch and if I suddenly change into English, I don’t know if (and how) I can guarantee the quality that I like seek. I know, the devil is in the detail and when writing in English I can not control all the small details. Gone are the tweezers picked words, the balanced choice of metaphors or the… yep, all other devils I care about.

In Dutch I try to choose my words carefully, in English I will just go for the meaning since the basket to choose from is smaller, my flexibility in that language less, just like the playfulness.The quality will go down, the number of people I can reach will go up. I hate to admid, but quantity wins over quality.

My long time friend Lies once said: ‘My English is pretty good, but there is just no word for ‘tuttelen’… that kind of pictures it.

I will internationalize, but not head over heals, every now and then some pieces in English… and I will keep a close eye on the statistics.
If I see any results, I will adept.

zondag 24 oktober 2010

vlucht Kenia naar Tanzania

De luchthaven van Nairobi is niet zo'n fijne en getunede plek als Schiphol, Changi of het vliegveld van een moderne westerse stad. Het heeft meer het gevoel van het oude Charles de Gaulle, Heathrow of tja gewoon Nairobi. Het is rommelig, de gangen zijn te nauw er ligt zeil op de vloer, de tax free shops verkopen allemaal hetzelfde (Keniaanse koffie, Quality Street, Bata safari shoes en masaai dekens). De douane werkt niet zo goed, de mannen achter het loket moeten te veel handelingen doen en de processor van de computer is niet meegegroeid met de hoeveelheid reizigers. Het plan van het ministerie van toerisme om van alle reizigers een foto te maken, van tien vingers de fingerprints te nemen en van alle reizigers een formulier te willen over wat ze deden en hoe lang ze dat blijven doen. Op die manier kan je heel goed lange rijen veroorzaken. Er waren twee loketten onbezet en ik vroeg mijn douanier waarom er niemand naast hem zat: “de fingerprint machine is stuk”, zei hij. “O, is die bij die andere rij ook stuk?” “Nee nee, die man is vandaag niet op zijn werk gekomen”. Dat klinkt toch als een snoeptaartje voor een change manager...

Door de zeilvloergangen wandelde ik langs de winkels met half slapend personeel naar het café. Men heeft inmiddels uitgevonden dat cappuccino en macchiato beter verkoopt en meer oplevert dan slappe doorloopkoffie of Nescafé achtig spul. Misschien heeft het ook te maken met het geklaag van de gasten, by public demand is er een machine uit Italië overgevlogen en nu wordt en espresso gemaakt. Vrij goede espresso zelfs. Er zijn lange wachttijden op iedere luchthaven en er is niets te doen op dit vliegveld, de koffie is hier puik en dus is het café vol, barstensvol. Er staat een rijtje mensen voor de bar te wachten, want er staat een rijtje obers voor het cappuccino en espresso apparaat. De workflow is niet geheel lekker, er staat namelijk ook nog een rijtje obers voor het hete melk machientje. Ik was, wachtend op mijn lekkere ontbijtkoffie aan de bar gaan zitten en met verbazing heb ik gekeken hoe omslachtig het werkproces is. Er worden te veel stappen gezet, te veel handelingen gedaan en niets kan op een automatische piloot, wat soms wel erg handig is. Voorbeeld: na ieder kopje koffie moet het bakje waar de koffie ingezeten heeft met een harde klap geleegd worden in een vuilnisbakje. Dat gaat nooit goed, iedere keer komt een deel van de koffie naast het vuilnisbakkie terecht. Het leveren van de koffie heeft voor de barrista een prioriteit, dus doet ie dat eerst, de volgende in zijn rij moet dan dus beginnen met het schoonmaken van het werkblad. Maar er is geen doekje en de wasbak is een eindje verderop, een paar passen, maar die passen kruisen de weg van de melkmachine, waar de vorige koffiemaker staat te klooien, tegenover de toonbank met de rusteloze klanten. De bijna botsing wordt een elegante schaving met het natte lapje (niet zo heel schoon) wordt de actie dan afgemaakt. Zo gebeurt dat na ieder kopje, niemand bedenk dat er een groter of steviger vuilnisbakje moet komen, of een emmertje met sop naast het apparaat.
Het is duidelijk, de stroomlijning van de workflow en de aërodynamica van de werkplek hebben wat aandacht nodig. Maar het levert wel een leuk schouwspel op, tenminste als je die koffie al voor je hebt staan, indien je nog staat te wachten is het een ergerlijk en klungelig toneelstukje.
Naast mij zat een frans echtpaar. Niet zulke leuke mensen. Zij was een lief schatje, een aantal jaren geleden, nu was ze een ontevreden rat. Hij was te netjes gekamd met een afrits safaribroek.
Madame was nogal eigengereid en vervelend, een beterweter. Het was 6 uur 's ochtends en we zijn in de tropen. Mevrouw heeft bedacht dat ze een lekker kopje warme chocolade wil. Als je drie seconde kijkt naar hoe de dingen hier georganiseerd zijn kan je op je vingers natellen dat dat een onwelkome onderbreking van de koffiegerelateerde routine is. Een vriendelijke, beetje verlegen jongen, achter de balie zegt: “really”? En zij zegt: “no hot choclate?” En hij antwoord, met een scheef lachje:  “ma'am”. En dan gaat ie iets doen met poeder en melk, een papje maken, dan warmt ie de rest op zoals je melk warm maakt voor koffie en de vrouw roept door het drukke cafe, "No foam... " De jongen probeert verder de boel warm te maken zonder schuim te produceren. Da's nog niet zo eenvoudig want zijn snelcursus koffiemaken ging waarschijnlijk over schuim maken. Hij doet z'n best de zij schudt haar hoofd en slist tussen haar tanden. Knikt naar haar man aan en zoekt naar bijstand. Hij staat er lamgeslagen bij, waarschijnlijk kent ie haar al en weet dat verzet zinloos is. Dan komt dat geurende en dampende bekertje chocolade tot stand. De ober zet ook het mandje plastic lepels en vorken neer en een bak servetten alsof het een keizerlijke maaltijd betreft. De jongen loopt weg, de vrouw neemt een slok en als door een bij gestoken roept ze "Sir, mister, boy, garçon...I need to talk to ..." hij draait zich om (alle obers, koffiemakers en alle klanten draaien zich naar haar toe) en ze zegt: "this milk is not good".  Met zo'n opmerking kan je alle kanten op, maar de jongen pakt de beker, kijkt er in, ruikt er aan en zegt onverstoord: "Nothing wrong", terwijl hij de drank in de gootsteen giet. Hij pakt het pak melk en ruikt er aan: "Nothing wrong", hij kijkt naar de vervaldatum, en zegt: "sStill safe". Dan pakt hij een beker en de chocola en zet die klaar om, nadat ie de andere koffieklanten geholpen heeft nog eens zo'n geurige chocodrankje te maken.
Nu zal ik even shortcutten maar je snapt dat ik niet de enige was die het toneelstuk bekeek.
Na een kwartiertje had madame een nieuwe, ze rook er aan en zei: “Still the same, still not good, can't you just check the milk before you use it?" Psychologisch is dat een leuke opmerking: zij weet dat iedereen in dat vroegeochtendcafé koffie met melk drinkt, uit hetzelfde pak, zij weet dat iedereen luistert en met die opmerking stelt ze zich ruimschoots boven ieder ander. Ze maakte het nog erger door toe te voegen dat ze zelf in the milkbusiness zit en het dus kan weten. Aha, mevrouw is een autoriteit, dus wij zijn allemaal domme stumperds die niet weten dat wij verrotte zaken aan het opdrinken zijn. De man die de hete chocolademelk maakte had volgens mij, ondanks zijn verlegenheid, de enige goede oplossing. Hij pakte de beker en hield die hoog boven de wasbak en schonk hem leeg, liep naar de kassa en gaf de vrouw haar shillingen terug.
De vrouw keek verbouwereerd, vroeg zich een korte seconde af of ze boos zou worden, zou gaan lachen of met stille trom de deur uit zou gaan. (haar man, de sukkel keek inmiddels naar een voetbalwedstrijd op tv). Zij zette in op een elegante alles of niets actie en zei: “thank you, can I please have a croissant? Darling, you want a croissant too?” De man achter de toonbank zei alleen: “Sorry, ma’am you can not have a croissant because I am afraid that you will throw it at me, when it is not to your satisfaction and it is a Kenian croissant.”
De vouw keek verbouwereerd en haalde haar schouders op, Minder dan een minuut later waren ze vertrokken, de man met de koffer op wieltjes achter zijn ega aan.

Een uurtje later liep in in de vroege ochtend over het vliegveld (tarmac vindt ik altijd zo’n leuk woord). het is strikt verboden daar foto’s te maken. Maar ik zag een mijnheer op mijn koffer zitten, dat vond ik weer plezierig kleinschalig. Een soort bewijs dat ie echt mee op reis gaat.
De vlucht was gewoon saai, er zat een mijnheer naast me die de hele tijd aan het bidden was en bij het kruisjes slaan kreeg ik steeds een elleboog in mijn zij. Ik heb het niet zo op dat religieuze gedoe en op deze manier wordt het opdringerig. Wel leuk dat de stewards en stewardessen bij Precision Air safari pakjes dragen, da’s wel weer in style.