alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

dinsdag 22 mei 2012

“did you ever eat fish head with rice?”




Er zit een eikel naast me op de vlucht tussen Qatar en Berlijn.
We hebben een lege stoel tussen ons en dat is mooi want hij stinkt. 
 De board cinema heeft Rear Window in de categorie classics. 
 Aardig van Qatar Airlines.
Grace zegt over een vrouw aan de overkant: “she is doing a womans most difficult task: juggling jobs.”
Ach wat fijn, ik kijk met een half oog, het andere moet de buurman in de gaten houden.
Flinters van twee scenes tegelijkertijd. Twee oncombineerbare werelden. Hans de stinkende Duitser en Grace Kelly in een jurk, make up en ellebooglange handschoenen in 1954. Drie werelden eigenlijk want de Chinese stewardess van Qatar Airlines is een derde wereld op zich, ze heeft geen last van dienstbaarheid.
We vliegen over Iran; Shiraz glijdt langzaam onder ons door en Grace ligt op een bed in een wolk van thule. James Steward heeft een van de lulligste gebroken benen uit de filmgeschiedenis. Het jeukt onder het gips. Hij klungelt terwijl Grace van het ene balkon naar het volgende klimt…
“…being a tourist on an endless vacation...” zegt ze
“did you ever eat fish head and rice...” vraagt hij.
“... I will not be particularly happy”, antwoordt ze vlakjes.
“I'm in love with you and I don't care what you do…”  en onder ons glijdt de Tigris voorbij.
Irak dus nu dus, op weg naar Europa.


Er zit een eikel naast me, een man die vertelde dat hij twee jaar voor de wiedervereinigung van de DDR naar west Duitsland gegaan en nu vanuit Bangkok naar Berlijn vliegt. Hij had geen aanleiding nodig om het te vertellen.
We hebben een lege stoel tussen ons en hij stinkt. Hij draagt een shirt dat eruit ziet als stank.
Hij vliegt regelmatig en daarom is hij Qatar Gold member en vindt dat hij extra rechten heeft. Hij spreekt geen Engels en de Chinese stewardess van Qatar Airlines kent geen Duits. Ik zit tussen hem en het gangpad en moet vertalen. Hij zegt allemaal onzinnige dingen en de Chinese vraagt mij waarom hij dat vraagt. Ik heb ook geen idee. Het is ook niet helemaal duidelijk of ie tegen haar praat of tegen mij. Ik vertaal en zij haalt haar schouders op. Op een gegeven moment vindt ze het genoeg en loopt ze weg. Hans praat door alsof ie niet door heeft dat ze er niet meer is.
Hij kan niet ophouden met praten, vertelt hoe lang de vlucht van Bangkok naar Doha was, dat de stewardessen anders zijn dan op de eerste vlucht en dat hij op die eerste vlucht ook cola dronk.

Hij vertelt dat hij naar Duitsland gaat omdat hij op internet gelezen heeft dat er in juni een nieuwe wereldoorlog komt; Iran en Israël gaan iets uitknokken, vind hij, en Amerika sponsort Israël en de Arabische wereld natuurlijk Iran en dus moet hij dat thuis gaan vertellen. Het lijkt mij mogelijk om daar een kort mailtje over te schrijven.
Hij vertelt, alsof het een openbaring is, dat het internet Thailand bereikt heeft en dat hij voor 100 Baht 10 uur kan internetten bij het café om de hoek en dat hij gelezen heeft dat er geheime berichten bestaan op het internet die Obama nog niet gelezen heeft.  Ik suggereer dat het misschien een goed idee is om Obama daarover een mail te schrijven.
Hij vraagt of ik het emailadres van Obama ken.
Ik heb niet zo zin om te luisteren en probeer door te tikken zonder naar z’n onzin te luisteren. Dat gaat niet zo goed en daardoor zit ik in een loupe: ik doe of ik tik en niet luister, hij praat ik erger me en tik wat hij zegt en erger me een tweede keer.
Hij begint over een vriend in Wiesbaden die bij hem langs geweest is in Bangkok, zou hij nu gaan vertellen over hoe ze in goedkope ranzige hotels hun tijd verdaan hebben? Ik zie hem wel aan voor  een kinderporno kandidaatje, misschien zelfs zonder dat hij weet dat het ethisch een beetje vreemd is. Nee, hij vertelt dat die vriend ook zo verbaasd was dat er internet was in Thailand.  En dat ze samen naar een café gegaan zijn. Dus toch? Nee, die vriend uit Wiesbaden vond het Thaise bier niet zo lekker, maar gelukkig was er ook Deens bier. Mijn God wat een onzin.
Ik kijk hem niet aan, iedere keer als ik iets doe dat niet exact op schrijven lijkt ziet hij een kiertje... Ik wil dat ie door vertelt zodat ik kan huiveren, dat ie op stoom komt om meer baarlijke onzin te vertellen, maar dan gaat hij vragen stellen en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Even neem ik een slokje en jawel: "Bangkok is een mooie stad", zegt ie, ben je er wel eens geweest? Zonder naar hem te kijken maar luid genoeg zodat hij mij zeker hoort lieg ik dat ik er nooit was en dat het mij een gevaarlijke vieze beerput lijkt. "’t is mooier dan Doha” zeg hij, “Doha is in de woestijn en wat kan je in de woestijn nou bouwen..". Nee, Bangkok is op een fijne plek gebouwd, denk ik. “Die halve ondergelopen vuilstortplaats die door muggen vergiftigd wordt en steeds meer de Chao Praya in zakt, dat is een goede plek voor een miljoenen stad....  
We vliegen van Doha en ik had daar een geweldig weekend. Ik heb ook wel eens geweldige weekenden in Bangkok gehad en het lijkt mij zinloos om een prijsvergelijkend warenonderzoek te doen. Op naadhakken sporten werkt niet en op gympen naar een theater is ook iets merkwaardigs. Ik moet hard doortikken omdat ik ineens mijn eigen commentaar er tussen moet zien te proppen.
Hij laat nu zijn bekertje cola vallen, half over zijn broek en vooral over de muur en op zijn stoel. Dat gaat echt heel erg plakken. Met een servetje probeert hij zijn kruis te deppen, maar het is onbegonnen werk. Hij gaat niet naar de wc voor papier en belt geen stewardess voor hulp; hij blijft gewoon zitten in een plas cola en praat door. Hij trekt zijn schouders op een accepteert zijn lot.

Terwijl hij praat en ik tik (en luister) gaat hij nu zijn nagels schoonmaken. Afgerukte deeltjes vliegen in het rond. Hij heeft kromme onverzorgde gele nagels die eruit zien als cashewnoten.  Door de droge lucht in het vliegtuig zijn ze splinterig. Hij heeft vettig haar en een ivoorkleurig pak. Misschien een van de vele Indiaanse tailors in Bangkok, die houden van ruimzittende maten en die houden ook van een grove steek bij het in elkaar zetten van de verschillende delen van een pak.  Zoals gebruikelijk in Z.O. Azie is de broek meer gedragen dan het jasje. Dat is nu herkenbaar aan het kleurverschil. Het jasje is ivoorkleurig en de broek is uitgebleekt, gelig met knieen en heeft geen plie meer (Een pak moet niet in de was, moet naar stomerij). De vaalheid is beschimpt door stoffigheid, en nu dus ook door die cola vlek. Hij draagt er Duitsche gezondheidsschoenen bij. Ik kijk niet, maar zie dat hij het tangetje dat hij voor zijn nagels gebruikte nu inzet voor zijn tanden. Het beeld doemt op dat hij er zijn tanden nu mee gaat clippen en dat scherfjes ivoor rond gaan vliegen.
Hij zegt iets  over zijn ringen. Ze zijn dik, staal (namaak zilver) en de ene heeft een steen, die heeft hij van een monnik gekregen de ander heeft een soort toren van Babel van opgevouwen ijzerdraad. Zonder mijn aansporing vertelt hij, dat hij die kreeg van een lokale vriend. O, ja, hij kan natuurlijk ook homo zijn en door de mannenbroeder worden leeggezogen. De ringen kreeg hij uit vriendschap... ik denk dat ik hem er straks ook een ga geven.  

Vettig haar, dikke bril, zakkig pak en ik schreef dit omdat ik naar het zwart/wit terlenka shirt met uitgegleden panterprint toe wilde. Dat shirt ruikt als of het de afgelopen 2 maanden continu gedragen is door een Bangkoks voetbalteam en later als dweil gebruikt is. Hans vond het en dacht: geinig shirtje... Hij trok het speciaal voor deze reis aan en is ermee naast Alexander gaan zitten... tof.
We hebben een lege stoel tussen ons en dat is mooi... 

De dames van de catering komen de glazen halen. Hans vertelt (in het Duits tegen de Chinese) dat zijn bekertje is omgevallen... zij kijkt waterig terug. De vraag is; snapt ze wat ie bedoelt en vraagt ze zich af waarom hij dat vertelt of snapt ze niet wat ie zegt. Ik besluit pas iets te doen als ze mij dat vraagt. Ze kijkt naar Hans en zegt alleen: "No problem, sir" en rent door naar de volgende rij. Hans zegt: “Warum sprechen Sie kein Deutsch?" en ik denk: “Oh, dat is een van de mooiste rethorische vragen die ik ken.”

Ik vraag me af hoe hij zich in Thailand redt, maar gelukkig spreekt iedereen daar vloeiend duits.
En terwijl we afdalen naar de landingsbaan in Berlijn denk ik aan zijn gele nagels en probeer dat beeld te verdringen door Grace Kelly die recht in de lens kijkt en net doet of ze naar een punt zoekt heel ver achter de kijker op de horizon.