alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

dinsdag 3 augustus 2010

dagje Den Haag - GEM -

Vandaag was ik even in Den Haag, hop op de motorfiets er heen en een paar uur later, swoosh, weer terug. (Nederland, of de Randstad, is altijd kleiner dan je denkt, maar dat is een heel ander verhaal.) Ik had een vergadering in de schaduw op ’t Plein en kreeg in een luttele anderhalf uur zo veel informatie dat mijn hoofdje tolde. Ik wilde niet meteen terug om weer drie kwartier uit te waaien op mijn fiets, was bang dat alle informatie er meteen weer uit zou waaien. Musea zijn dan een goede plek, dacht ik.

In mijn achterhoofd wist ik dat ik iets gelezen had over een tentoonstelling in ’t GEM, het moderne kunst hoekje bij het Gemeentemuseum. Ik ging er heen.

Voor het Gemeentemuseum staat een kraampje dat heel vieze ijsjes verkoopt en ijsetend bekeek ik dat gebouw nog een keer. Tjongejonge wat is dat toch prachtig. Dit gebouw kom ik toch wel vaak tegen in mijn leven: Een van mijn eerste baantjes was kaartjesverkoper in De Beurs van Berlage in Amsterdam gedurende de Berlage tentoonstelling, daar was uiteraard een ferm deel besteed aan Het Gemeentemuseum. Het is een soort optimaal gesamtkunstwerk onder de strakke regie van Berlage. Daarna was ik veel in Indonesië en erg geïnteresseerd in de koloniale architectuur, een van de inspiratiebronnen van Berlage, die Hollandse tropische architectuur vond ie wel wat en bestudeerde dat grondig. Deze man heeft die stijl weten te perfectioneren en weer aan NL aangepast. Het Gemeentemuseum is daar een mooi blijk van, alles is daarin zichtbaar, pendopo’s met oversteken, water als in de Balinese huizen en ga zo maar door. Later heb ik met Cees Dam een serie tv programma’s over architectuur gemaakt en wenmaakten wij ook een aflevering in en over dit gebouw. Cees Dam is een vreemde snuiter en ik hoef het niet over zijn architectuur te hebben maar als presentator en uitlegger van architectuur (en kwaliteit) was, en is, hij bijzonder. Ik heb veel van hem geleerd, en afgeleerd.



Na het ijsje en opgeladen door de verwondering over de pracht van het gebouw ging ik niet naar binnen, maar naar de buren. Het GEM. Het is een lelijke naam voor een lelijk gebouw. Ik vroeg me af hoe die architect, ik weet niet wie het is, dit heeft durven bouwen (ook een fijne rol voor de opdrachtgever, trouwens). Het bijna blasfemisch om een kloon naast zo’n meesterlijk gebouw te plaatsen. De detaillering, het silhouet en de maatvoering is allemaal geleend van Berlage, maar omdat dat ding van d'oude meester zo mooi geproportioneerd is, brengt de aanplak nieuwbouw de oudbouw uit balans. (Door het Museon, wat er aan de andere kant aan vast geplakt is, was het oude gebouw al ont-isoleerd, maar dat wil niet zeggen dat je het nog een keer kan doen.)
Soit, het is zo en het zal wel zo blijven en iedereen zal zich bewust zijn van de dwaling. Ergeren is een oude mannen emotie.

Binnen, zoet van de ijssmaak, bedacht ik me dat ik de fototentoonstelling van Marco van Duyvendijk wilde zien. Had hem op de radio gehoord (ik ben een fan van Kunststof... dagelijks op de podcast voor het slapen gaan). Eerst bekeek ik de schilderijen van mijnheer David Schnell. Opgeleid als graficus maakt hij nu grote imposante en erg romantisch-mathematische werken. Het is een schijnbaar onmogelijke combinatie, maar hij doet dat toch. Centraal thema: Het verdwijnpunt. Nou, als dat niet romantisch is...

Goed? Ja, zonder twijfel.
Bijzonder? Ja, ook wel.
Heen gaan? Mwwah, mag je zelf weten.


Daarna dan die Van Duyvendijk.
Ja, dat is wel wat.
Dat is wel erg fraai. Het werk hangt inhoudelijk tussen fotojournalistiek (waarbij hij zich bedient van slow-photography; hij bijt zich in een onderwerp en laat dat niet los) en pure kunst in. Maar dan toch steeds met een documentair oog. Naast de technische perfectie van de beelden (dat is een ambacht dat weinigen nog onder de knie hebben) lijkt zijn keuze voor compositie heel makkelijk. Da's verneukeratief want als je beter kijkt, blijkt dat dat niet zo is. Niets is gratuit bij hem.

Stel je voor hoe je met je camera voor een model staat. Dat model is waarschijnlijk niet willig, het gaat namelijk om iemand die geen model is, maar op zijn verzoek dat voor een paar minuten wordt. Hij gaat uit knippen, maakt een stelletje foto’s en bouwt van die interactie tussen hem en het model een klein feestje. Je kan zien, op iedere foto, dat het hem gelukt is het model rustig te krijgen, over die eerste zenuwen heen te tillen en haar (er zijn erg veel vrouwen als model) in een comfortabel bad van onzekerheid los te laten. Ze drijven op een vertrouwen dat ze in hem stellen. Die Duyvendijk moet een aardige man zijn, anders kan je dit soort vertrouwen niet krijgen, en hij misbruikt dat vertrouwen niet.
Het gevolg zijn prachtige foto’s. Die foto’s registreren wat hij zag, de situatie die hij creëerde.
Omdat hij zo’n aardige man is, doen die foto’s nooit echt pijn.



Merkwaardig is dat voor de publiciteit een van de drie gekozen foto’s juist wel zo’n foto is die pijn doet. Letterlijk. Eigenlijk past de foto van het meisje met het schoolbankje op haar hoofd niet in de serie in het museum en al helemaal niet als p.r. beeld. Maar ja, het is wel een sterke foto. Ik begrijp de p.r. afdeling van het GEM wel, maar ik snap niet dat de fotograaf het er mee eens was.

Het toevallige is dat Van Duyvendijk op een heel aantal plekken was waar ik ook was. Zijn foto’s zijn natuurlijk 1000 keer beter dan de mijne, maar de situaties waar hij was zijn vergelijkbaar.
Ik ben daar niet geweest als fotograaf, ik was er als reiziger, of toerist (een groot verschil trouwens).
Hij was er om foto’s te maken, en ik maakte er foto’s omdat ik er was.
Maar omdat ik er was, en dingen zo ongeveer zag die hij ook zag, zie ik zijn foto’s toch minder als abstracte beelden, het is minder exotisch, herkenbaarder. Hij komt met zijn camera wel erg dicht bij het balletmeisje in Mongolie dat zich in een vreemde knoop vouwt. Zij had ongetwijfeld pijn en toch blijft ze hem toelachen, dat is prachtig, echt een verdienste. Van beide trouwens.
Maar zo’n man met een roofvogel op zijn arm, ja, die wil wel gefotografeerd worden. Of die worstelaars op het Nadaam festival, 't is prijs schieten daar, want elk beeld is mooi en vertelt een verhaal (nu heeft hij wel een paar extreem mooie beelden geschoten..) Wat ik uit mijn ooghoeken zag legde hij vast.

De serie foto’s die hij in Roemenië maakte zijn priceless...
Zijn fotografie wint aan intensiteit als hij tijd heeft, heel veel tijd heeft. In Roemenië was hij een paar jaar en bleef er terug komen, bij dezelfde mensen. In Mongolië, China, Japan, Korea en Taiwan ‘maar’ een paar weken of maanden.
Dat verschil is zo duidelijk zichtbaar.

De beelden trokken mij een wereld binnen waar ik graag ben.
Vol respect, vol aandacht en vol geweten en onbevattelijk.
Het is bijna merkwaardig om te merken dat iemand die zo integer werkt bijna geen applaus meer krijgt omdat het niet hard, schokkend of pervers is.
Ga er heen:

Op de terugweg naar Amsterdam was het makkelijker over de foto’s te blijven nadenken dan over de meeting die ik eerder die dag had. Die meeting was wel bepalender voor de komende maanden trouwens.