alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

zondag 24 oktober 2010

kantoor in Tanzania, stront in de tuin

Op dit moment ben ik in Dar es Salaam.Onze operatie draait hier in full swing. We zijn dagelijks op tv en het programma is nog razend succesvol ook.


We huren hier een kantoor en daar zitten dagelijks, van ‘s morgens 6 uur zit er een 10 tal mensen te werken. Het kantoor is geen kantoorgebouw, maar het grote tuinhuis van Captain John. Captain John was tot en paar maanden geleden de piloot van de president. Hij heeft een normaal huis, 4 bloedmooie dochters en een heel grote tuin. Hij heeft een guard annex tuinman, Christopher, die niet helemaal goed bij zijn knikker is. Capt. John heeft hem gered van het lijmsnuiven, volgens mij kwam die redding te laat; een groot deel van zijn hersens is al weggevaagd.
Captain John bewaakt huis, haard en dochters met 4 grote honden. Overdag zitten die in een klein hokkie te piepen en te janken in de zon. ’s Avonds lopen ze wild rond. Guard Christopher is bang voor de honden en het gedrag van die honden wijst er op dat ze vroeger ook lijm gesnoven hebben; volledig onberekenbaar, schichtig en met een extreem kort geheugen (staan ze tegen je op te kwispelen, moeten ze even iets doen tegen een vlo in hun kruis en vervolgens grommen ze met de staart tussen hun poten weg om dan drie stappen verder zich te bedenken en weer tegen je aan te gaan rijden... in vijf seconden 4 mood swings klinkt merkwaardig).

In het rustige leven van Captain John zijn wij een onrustig zootje. In en uit lopen, mensen van die malle media, onregelmatige werktijden, een gate die open en dicht moet met het gevaar van weglopende dochters, auto’s op de parkeerplaats en een overwerkte Christopher.

Bij het kantoor is een piepklein appartement. Een slaapkamer en een douche. Nu ik in Dar ben slaap ik in dat hokje. Dat is wel te doen, maar niet ideaal, Maar Capt. John heeft een angst factor erbij; een blanke die er ’s nachts slaapt en wel eens een praatje met de dochters maakt. De meiskes zijn zo braaf als kan wezen, maken grapjes die nauwelijks ondeugend zijn en gaan op zondag met de bijbel de deur uit, ze kleden zich decent en ik denk dat er nog nooit een wulpse gedachten in hun hoofd in opgekomen. Ze zijn saai voor woorden, maar wel mooi.

Captain John heeft ons huurcontract opgezegd. We zitten er nu bijna een half jaar en dat van is wel genoeg, vind hij. We zitten hier niet zo slecht (ook niet heel goed trouwens) en verhuizen is gedoe. We kunnen er maar niet achter komen wat het probleem is, waarom ie ons wegstuurt. Hij zegde de huur op per sms, terwijl wij elke dag gewoon op kantoor zijn en met enige regelmaat een praatje met hem maken. Wonderlijke manoeuvre.
De dag nadat hij de huur opzegde gebeurde er vreemde dingen. Er stond een vrachtwagen in gemanicuurde tuin; een vrachtwagen vol stront. Christopher klom er op en begon de vrachtwagen te legen. Over het prachtige korte gras werd een dikke laag koeienpoep geschept. De poep was lekker vers en er kwamen dus heel veel vliegen op af.
Diezelfde dag hielp onze airconditioning er mee op. Iets met een zekering in een elektrisch doosje dat hermetisch dicht zit en dus niet open kan.
Geen airco betekent dat alle ramen en deuren open moeten om een beetje tocht te genereren. Ramen de deuren open betekent nu: dikke koeienpoep lucht binnen (het went) en heel veel vliegen (went niet).
Vandaag is het zondag en ik werd vanmorgen gewekt om 7 uur omdat er een nieuw vrachtwagentje binnen reed; één lading was niet genoeg; de rest van de tuin moet ook bedolven worden onder de stront.
Ik klaagde vanmorgen over de vliegen en Captain John zei dat we beter moeten schoonmaken. Ik wees op de koeienpoep en hij zei: “Nee, daar kan het niet aan liggen; that is natural.”
Wij krijgen ook internet via Captain John en sinds vrijdag doet dat het ook niet. Wij kunnen niet werken zonder internet en ik denk dat er een verband is tussen koeienpoep, internet, airconditioning, vliegen en de huuropzegging.

Alleen even voor het beeld: vlak achter de tuin van Captain John is een vuilstortplaatsje en in de tuin zitten duizenden kraaien. De maken een eng geluid en zeker rond zonsondergang is de vergelijking met Hichcocks ‘Birds‘ voor de hand liggend. Het zijn angstaanjagende beesten. Ik vind het niet zo erg om hier weg te gaan met het kantoor, maar verhuizen is gedoe. De komende dagen ga ik eens op zoek naar een leuk en sexy kantoor hier.

vlucht Kenia naar Tanzania

De luchthaven van Nairobi is niet zo'n fijne en getunede plek als Schiphol, Changi of het vliegveld van een moderne westerse stad. Het heeft meer het gevoel van het oude Charles de Gaulle, Heathrow of tja gewoon Nairobi. Het is rommelig, de gangen zijn te nauw er ligt zeil op de vloer, de tax free shops verkopen allemaal hetzelfde (Keniaanse koffie, Quality Street, Bata safari shoes en masaai dekens). De douane werkt niet zo goed, de mannen achter het loket moeten te veel handelingen doen en de processor van de computer is niet meegegroeid met de hoeveelheid reizigers. Het plan van het ministerie van toerisme om van alle reizigers een foto te maken, van tien vingers de fingerprints te nemen en van alle reizigers een formulier te willen over wat ze deden en hoe lang ze dat blijven doen. Op die manier kan je heel goed lange rijen veroorzaken. Er waren twee loketten onbezet en ik vroeg mijn douanier waarom er niemand naast hem zat: “de fingerprint machine is stuk”, zei hij. “O, is die bij die andere rij ook stuk?” “Nee nee, die man is vandaag niet op zijn werk gekomen”. Dat klinkt toch als een snoeptaartje voor een change manager...

Door de zeilvloergangen wandelde ik langs de winkels met half slapend personeel naar het café. Men heeft inmiddels uitgevonden dat cappuccino en macchiato beter verkoopt en meer oplevert dan slappe doorloopkoffie of Nescafé achtig spul. Misschien heeft het ook te maken met het geklaag van de gasten, by public demand is er een machine uit Italië overgevlogen en nu wordt en espresso gemaakt. Vrij goede espresso zelfs. Er zijn lange wachttijden op iedere luchthaven en er is niets te doen op dit vliegveld, de koffie is hier puik en dus is het café vol, barstensvol. Er staat een rijtje mensen voor de bar te wachten, want er staat een rijtje obers voor het cappuccino en espresso apparaat. De workflow is niet geheel lekker, er staat namelijk ook nog een rijtje obers voor het hete melk machientje. Ik was, wachtend op mijn lekkere ontbijtkoffie aan de bar gaan zitten en met verbazing heb ik gekeken hoe omslachtig het werkproces is. Er worden te veel stappen gezet, te veel handelingen gedaan en niets kan op een automatische piloot, wat soms wel erg handig is. Voorbeeld: na ieder kopje koffie moet het bakje waar de koffie ingezeten heeft met een harde klap geleegd worden in een vuilnisbakje. Dat gaat nooit goed, iedere keer komt een deel van de koffie naast het vuilnisbakkie terecht. Het leveren van de koffie heeft voor de barrista een prioriteit, dus doet ie dat eerst, de volgende in zijn rij moet dan dus beginnen met het schoonmaken van het werkblad. Maar er is geen doekje en de wasbak is een eindje verderop, een paar passen, maar die passen kruisen de weg van de melkmachine, waar de vorige koffiemaker staat te klooien, tegenover de toonbank met de rusteloze klanten. De bijna botsing wordt een elegante schaving met het natte lapje (niet zo heel schoon) wordt de actie dan afgemaakt. Zo gebeurt dat na ieder kopje, niemand bedenk dat er een groter of steviger vuilnisbakje moet komen, of een emmertje met sop naast het apparaat.
Het is duidelijk, de stroomlijning van de workflow en de aërodynamica van de werkplek hebben wat aandacht nodig. Maar het levert wel een leuk schouwspel op, tenminste als je die koffie al voor je hebt staan, indien je nog staat te wachten is het een ergerlijk en klungelig toneelstukje.
Naast mij zat een frans echtpaar. Niet zulke leuke mensen. Zij was een lief schatje, een aantal jaren geleden, nu was ze een ontevreden rat. Hij was te netjes gekamd met een afrits safaribroek.
Madame was nogal eigengereid en vervelend, een beterweter. Het was 6 uur 's ochtends en we zijn in de tropen. Mevrouw heeft bedacht dat ze een lekker kopje warme chocolade wil. Als je drie seconde kijkt naar hoe de dingen hier georganiseerd zijn kan je op je vingers natellen dat dat een onwelkome onderbreking van de koffiegerelateerde routine is. Een vriendelijke, beetje verlegen jongen, achter de balie zegt: “really”? En zij zegt: “no hot choclate?” En hij antwoord, met een scheef lachje:  “ma'am”. En dan gaat ie iets doen met poeder en melk, een papje maken, dan warmt ie de rest op zoals je melk warm maakt voor koffie en de vrouw roept door het drukke cafe, "No foam... " De jongen probeert verder de boel warm te maken zonder schuim te produceren. Da's nog niet zo eenvoudig want zijn snelcursus koffiemaken ging waarschijnlijk over schuim maken. Hij doet z'n best de zij schudt haar hoofd en slist tussen haar tanden. Knikt naar haar man aan en zoekt naar bijstand. Hij staat er lamgeslagen bij, waarschijnlijk kent ie haar al en weet dat verzet zinloos is. Dan komt dat geurende en dampende bekertje chocolade tot stand. De ober zet ook het mandje plastic lepels en vorken neer en een bak servetten alsof het een keizerlijke maaltijd betreft. De jongen loopt weg, de vrouw neemt een slok en als door een bij gestoken roept ze "Sir, mister, boy, garçon...I need to talk to ..." hij draait zich om (alle obers, koffiemakers en alle klanten draaien zich naar haar toe) en ze zegt: "this milk is not good".  Met zo'n opmerking kan je alle kanten op, maar de jongen pakt de beker, kijkt er in, ruikt er aan en zegt onverstoord: "Nothing wrong", terwijl hij de drank in de gootsteen giet. Hij pakt het pak melk en ruikt er aan: "Nothing wrong", hij kijkt naar de vervaldatum, en zegt: "sStill safe". Dan pakt hij een beker en de chocola en zet die klaar om, nadat ie de andere koffieklanten geholpen heeft nog eens zo'n geurige chocodrankje te maken.
Nu zal ik even shortcutten maar je snapt dat ik niet de enige was die het toneelstuk bekeek.
Na een kwartiertje had madame een nieuwe, ze rook er aan en zei: “Still the same, still not good, can't you just check the milk before you use it?" Psychologisch is dat een leuke opmerking: zij weet dat iedereen in dat vroegeochtendcafé koffie met melk drinkt, uit hetzelfde pak, zij weet dat iedereen luistert en met die opmerking stelt ze zich ruimschoots boven ieder ander. Ze maakte het nog erger door toe te voegen dat ze zelf in the milkbusiness zit en het dus kan weten. Aha, mevrouw is een autoriteit, dus wij zijn allemaal domme stumperds die niet weten dat wij verrotte zaken aan het opdrinken zijn. De man die de hete chocolademelk maakte had volgens mij, ondanks zijn verlegenheid, de enige goede oplossing. Hij pakte de beker en hield die hoog boven de wasbak en schonk hem leeg, liep naar de kassa en gaf de vrouw haar shillingen terug.
De vrouw keek verbouwereerd, vroeg zich een korte seconde af of ze boos zou worden, zou gaan lachen of met stille trom de deur uit zou gaan. (haar man, de sukkel keek inmiddels naar een voetbalwedstrijd op tv). Zij zette in op een elegante alles of niets actie en zei: “thank you, can I please have a croissant? Darling, you want a croissant too?” De man achter de toonbank zei alleen: “Sorry, ma’am you can not have a croissant because I am afraid that you will throw it at me, when it is not to your satisfaction and it is a Kenian croissant.”
De vouw keek verbouwereerd en haalde haar schouders op, Minder dan een minuut later waren ze vertrokken, de man met de koffer op wieltjes achter zijn ega aan.

Een uurtje later liep in in de vroege ochtend over het vliegveld (tarmac vindt ik altijd zo’n leuk woord). het is strikt verboden daar foto’s te maken. Maar ik zag een mijnheer op mijn koffer zitten, dat vond ik weer plezierig kleinschalig. Een soort bewijs dat ie echt mee op reis gaat.
De vlucht was gewoon saai, er zat een mijnheer naast me die de hele tijd aan het bidden was en bij het kruisjes slaan kreeg ik steeds een elleboog in mijn zij. Ik heb het niet zo op dat religieuze gedoe en op deze manier wordt het opdringerig. Wel leuk dat de stewards en stewardessen bij Precision Air safari pakjes dragen, da’s wel weer in style.