Gisteren was mijn laatste dag in Dar, tenminste voorlopig. Ik heb de afgelopen week vrij veel gedaan en lekker inhoudelijk gewerkt. Het werken met een team is toch veel leuker dan in je eentje. Het werken aan iets concreets is lekker helder en als ik daar ben kan ik ook een verschil maken. Dat is ook leuk en het voelt als nuttig.
Alle dingen die ik in werking had gezet moesten vrijdag naadloos in elkaar passen, maar rond lunchtijd kwamen de heren en dames van de immigratiedienst binnen. Die wilden van iedereen paspoorten en werkvergunningen zien. Dat leverde veel gedoe en onrust op. Toen wij op school zaten zochten wij altijd naar een onregelmatigheid in het vaste patroon. Of het nou in het weer zat, in een gebroken raam of een gek wordende leraar, dat soort verzetjes hadden maar een doel: vrij. Zo leek het ook met de immigratiemensen te werken; zij waren het verzetje en toen ze de deur uit waren na 3 uur babbelen waren alle trouwe medewerkers ook weg. Dus de planning van de vrijdag waarop alles in elkaar zou moeten vallen verviel en op zaterdag zat ik in mijn eentje op kantoor om de boel in elkaar te zetten en hoewel het niet 100% goed is, is het en hele verbetering. Ons tv programma daar is weer opgefrist en als de braverikken op kantoor niet geen muiten dan is het voor de komende maanden weer in orde.
Zaterdag was dus ineens een werkdag geworden; ik was van plan ‘iets’ te gaan doen, wist nog niet wat, maar in elk geval iets wat ik nog nooit gedaan had. Dat kwam er niet meer van, plannetje in duigen. Rond een uur of 5 was ik weer in het hotel terug en moest daar een ellenlange afrekening maken. Ondertussen sprak ik met een Ier die ook in dat hotel zit. Die vertelde dat hij er gek van wordt dat hij altijd alles moet controleren in Tanzania. Dat zijn personeel, ook mensen die al 15 jaar bij hem werken, nog steeds alles proberen te jatten, (en dat hij ze zonder er lang over na te denken dan meteen ontslaat... 1 maand in dienst of 15 jaar; hopla de deur uit). Ondertussen werkte ik mij door de rekening heen; een week kost en inwoning, hoe moeilijk kan het zijn? Maar ik vond 6 dikke fouten, die gek genoeg allemaal in het voordeel van de ander waren. De Ier vertelde dat zijn personeel ongeveer 2 keer per jaar de immigratiedienst op hem afstuurt; telkens weer hopen ze dat zijn papieren niet in orde zijn, dat hij het land wordt uitgezet en dat zij dan zijn bedrijf krijgen. De immigratiedienst is, eufemistisch gesproken, niet geheel vrij van corruptie. Zo iets merkte ik gisteren ook. Hij vertelde dat ze pas weg gaan als ze een ‘bruine enveloppe’ gekregen hebben. Dat merkte is gisteren ook. Zelfs als alles in orde is, vinden ze nog een mogelijkheid om niet weg te hoeven.
We spraken verder en besloten dat te doen in the Irish bar, omdat die aan het water is en dat is dus leuk. Maar die bar was een tikkie saai. We waren er om 23 uur en dat is natuurlijk veel te vroeg. Dus dronken we bier (op Guinness na geen Iers bier te krijgen) en het werd rond 1 uur inderdaad wat drukker, maar nog steeds vrij levenloos. We gingen dan maar naar een echte club en tot een uur of 5 misdroegen we ons in een glimmend witte discotheek met prachtige mensen.
Vanmorgen om 8 uur stond de chauffeur van de zaak klaar om mij naar het vliegveld te brengen. De hele rit heb ik glazig voor me uit gekeken.
Toen ik het land uitgestempeld wilde worden zag ik dat er op de computer van de immigratiedienst een rode blinkende warning bij mijn naam stond. Er was een opmerking die zei dat ik geen workpermit heb. De douanemijnheer keek er naar, haalde er een collega bij, draaide het scherm weg zodat ik het niet meer kon zien. Hij zei: “U heeft geen werkvergunning”. En ik zei “Dat klopt”. “...en waarom heeft u die niet?” “Sinds wanneer hebben toeristen een werkvergunning nodig?” Hij keek nog eens naar zijn scherm en zei: “Heeft u genoten van uw vakantie?” “Ja hoor, het was allemaal prima.” En hij stempelde mijn paspoort.
Ik liep door en twee minuten later kwam hij achter mij aan en zei: “Ik kan die opmerking wel uit het bastand halen”.
Ik had niet zo lang geslapen en was niet in erg goede doen. Die opmerking van de kleine gluiperd schoot mij dubbel en dwars in het verkeerde keelgat en bijna kwam ik tot een woede-uitbarsting, realiseerde mij net op tijd dat als hij een opmerking op dat scherm weg kan halen, hij er dus ook een bij kan zetten. Ik lispelde alleen: “Laat maar...” waar ik 5 minuten later spijt van had. Het zou wel handig zijn als die opmerking weg is. Maar ja... de ergernis won van de rede en de ergernis groeide omdat ik niet adequaat was. Bruisend van irritatie kocht ik cappuccino die zo smerig was dat ik hem terug bracht naar de counter en vroeg of ze hem zelf wilden opdrinken. Maar dat wilden ze niet.
In het vliegtuig zat ik naast een meisje van 8 dat niet van vliegen hield. Ze reisde alleen en hield met een klam handje de hele vlucht lang mijn hand vast en vroeg wel 5 keer “Where are we now?” Toen de purser vroeg was ze wilde drinken keek ze vragend naar mij... ik zei dat ze echt zelf mocht kiezen en heel zachtjes zei ze, fluisterend in mijn oor. “I don’t have money...” Het was vertederend.
Op het vliegveld in Nairobi was het extreem druk. Vlak na onze landing vertrok er een vliegtuig naar Juba in Zuid Sudan. Vandaag is het referendum daar over de onafhankelijk. Het ziet er naar uit dat er een heel grote meerderheid vóór die onafhankelijkheid gaat stemmen, dan hebben we binnen een paar weken een land er bij op de wereld. De vorige keer dat er een nieuw land ontstond (Oost Timor) was ik binnen een maand een van de eerste toeristen, ik ga nu ook proberen binnen een maand dat stempeltje te halen. In de afgelopen weken zijn heel veel vluchtelingen (diaspora’s) uit de hele regio naar Zuid Sudan terug gegaan om vandaag te kunnen stemmen. Er was een enorme, maar een hoopvolle, remigratie op gang gekomen. Het merendeel van de reizigers die nu naar Juba wilden vliegen waren Indiërs en Chinezen. Er gaat heel veel NGO geld naar Zuid Sudan stromen en de VN wil ook graag dat het een succes gaat worden en omdat er olie is zou het heel goed kunnen dat het een van de rijkere landen in de regio wordt. De reizigers nu zijn de vliegen die op de stront afkomen. Als je nu je winkel opzet, je handel begint of een onmisbare dienst verleert dan is dat zakelijk geen onverstandig besluit. De koek gaat nu verdeeld worden. Er zit een naar en hebberig luchtje aan, maar het is logisch en op zich is het hoopvol dat deze verkenners hun duiten willen investeren in dit land, terwijl de toekomst nog helemaal niet zeker is.
In de afgelopen maanden hebben allemaal berichten in de krant hier gestaan over 'the shaping of a new country'. Hier is een foto van de deelnemers aan 's lands eerste beauty contest, er was een geinige wedstrijd wie het volkslied mocht componeren en vervolgens gedoe omdat het gekozen lied een soort dodenmars leek. Dan was er wat gesteggel over de vlag. Het decorum dat bij een nieuw land hoort zijn de handvatten voor de bevolking.
De komende maanden zal duidelijk worden wat er gaat gebeuren; Voor Kenia zou het een enorme opsteker zijn als Zuid Sudan een succes wordt; het is een landlocked land en alles zal geïmporteerd moeten worden; de haven van Mombasa in Kenia is de dichtstbijzijnde haven en alle transport zal door Kenia heen gaan, een groot deel van de miljarden die de VN heeft klaar liggen zullen in Kenia worden uitgegeven want daar in Juba is helemaal niets, op de winkels van de Chinezen en Indieers na dan, maar dat duurt nog wel even voordat die echt up and running zijn.