We aten net Chinese groenten en tuttelden de hele dag door. Boekje in de zon, even een beetje sporten, kopjes thee in de tuin.
Het leven kan bijna niet hollandscher, behalve dat de lege kopjes opgehaald worden door een mijnheer in een tuinoverall met een nogal donkere teint.
Het contrast tussen de vreedzame tuin en het hectische leven op straat is enorm. Niet in de straat hier (die is rustig lommerrijk en heeft aan het begin ene groot ijzeren hek met een man met een pet), maar op een paar minuten rijden van hier is een grote shoppingmall met allemaal keurige nette mensen die allemaal keurig nette dingen doen. De straat daar is redelijk georganiseerd, wel is alles voorzien van ene dun laagje Afrikaans stof. De honderden busjes rijden af en aan en houden zich verbazingwekkend goed aan de regeltjes. In andere Afrikaanse steden zag ik een vrolijke puinhoop, maar hier heerst een post-britse geordendheid. In andere buurten is het een beetje meer Rock ’n Roll, maar voor zover ik heb gezien en gehoord zijn de tijden dat Nairobi Nairobbery werd genoemd wel voorbij. Er zijn nog wel buurten en plekken waar je je in de endeldarm van de samenleving kan wanen en er zijn nog talloze verhalen van mensen die met alleen hun onderbroek aan thuis kwamen, maar het wordt beter. In vergelijking met 8/10 jaar geleden toen ik hier een paar keer filmde is het een stuk relaxter. Toen werd ons bij de poort van het hotel, midden in de binnenstad, nog een bewaker aangeboden omdat we beter niet zelf naar de supermarkt op de hoek konden lopen. Nu lopen naast de miljoenen Kenianen ook duizenden Europeanen op straat. ’s Avonds is dat een ander verhaal, maar dat geldt toch voornamelijk als een stevige voorzorg dan vanwege directe dreiging. Nogmaals; afhankelijk van de buurten.
Sinds ik hier ben ik alleen van dit geweldige huis en de fijne tuin, met auto’s naar de binnenstad gegaan en ben niet in ‘gevaarlijke’ wijken geweest.
De afgelopen week was een groot contrast met de vorige. Vorige week kwam ik aan, landde hier, reisde vrijwel meteen door naar Uganda, rende daar van hot naar haar, rende weer terug naar Nairobi en ging in datzelfde tempo even door; Als een idioot wilde ik deze stad in mijn vingers krijgen, wilde aan het werk (ook de tijd in Nl voordat ik naar hier ging was een beetje als of ik op het puntje van de duikplank stond; ik wilde wel springen, maar er zat nog geen water in het bassin) dat wachten wilde ik stoppen en hard aan het werk; dingen doen.
Maar er is nog niet zo heel veel dat gedaan kan worden. Wat werk betreft zitten we aan de vooravond van de Grote Sprong Voorwaarts in Kenia en in Tanzania moet er van alles gebeuren, maar daar was ik niet). Wat nodig is is het sociale netwerk opbouwen en dat is niet iets dat je heel erg actief kan gaan ondernemen, (in een café gaan staan met een bordje: "looking for friends, pls talkt to me"...) Het gedoe met een chauffeur is wel handig, maar ook vrij omslachtig. In tegenstelling tot Azië zijn dergelijke services hier niet heel erg goedkoop en het is dus handig om een aantal dingen bij elkaar in de buurt (zowel qua tijd als qua locatie) te plannen. Mijn actieradius is dus niet enorm en om een stad in je vingers te krijgen moet je dingen doen waarbij een chauffeur moet wachten. Museum, café, slenteren, lezen, beobachten, lunchen en dergelijke dingen. Mijn in en in calvinistische aard (Calvin and Hobbs?) zegt mij dat het dan zonde is om zo’n auto en zo’n man niets te laten doen.

Er zijn hier opvallend weinig motorfietsen.

(Vlak bij hier is een plek waar alle ‘overlanders’ lans komen. Mensen die van Europa naar Zuid Afrika reizen per auto of motor. Er is een camping en een kleine garage en daar staat wel de heel erg juiste motor te koop. Het kost een paar duiten, maar hij ís beschikbaar...Het is en aantrekkelijke gedachte)

Het is ook mogelijk een leeg appartement te huren. Die zijn bijna allemaal min of meer hetzelfde en kosten tussen 600 en 800 dollar (ja er zijn ook goedkopere en er zijn ook duurdere...maar gezien mijn wensen zal ik in een dergelijke hoek uitkomen).
Een heel andere mogelijkheid is om een huis te huren. Nu ik bij Hans en Kees zit zie ik wel wat de voordelen van een huis met een tuin zijn. Hoewel het niet extreem warm is ben ik bijna de hele dag buiten.Ik zit overdag buiten te werken, slaap met ramen open (tralies) en doe zoveel mogelijk buiten. Dan is een tuin wel een heerlijke extra. In die appartementencomplexen zijn ook wel tuinen, maar die zijn er meer zodat er een hogere huur gevraagd kan worden; soms is er een armoedig groen algerig zwembadje, dat zijn geen plekken waar je uit vrije wil gaat zitten; achter zo’n kale muur met prikkeldraad er bovenop, een terras is dan veel beter, maar weegt nog niet op tegen een tuin. Het merkwaardige is dat huizen helemaal niet zoveel duurder zijn dan appartementen. De huur althans. Maar dan moet je nog beveiliging en staff en allemaal van dat soort extra’s berekenen (planten en bomen kopen). Ik heb alle mogelijkheden bedacht; maar zonder die extra’s gaat het niet. Dan is het wel weer mogelijk om een house-share te doen. Er zijn hier nogal veel van die mannetjes als ik, die hier terecht gekomen zijn, er voor een langere of kortere tijd zitten en geen zin hebben om alleen op een paar vierkante meters te gaan zitten, geen meubels te hebben en geen liefhebber zijn van kale muren. Als je dan een leuke shareder vindt kan het prima uitpakken. (bij voorkeur iemand die in bezit is van ijskast, bank en leuke vrienden).
Toen ik ooit in Indonesië woonde deelde ik op die manier een huis met Guido en Pieter en later met Niels en Nick. Het waren geweldige tijden. Door die extra mensen is er altijd wat te doen, komen er anderen over de vloer is er een plezierige onrust. Ik zou niet weten of ik dat nu nog steeds leuk zou vinden. Inmiddels ben ik wel 10 jaar ouder en gezapiger. Maar er zijn ook anderen die inmiddels 10 jaar ouder zijn, die spoeling wordt natuurlijk wel dunner. Ik ben inmiddels wel een uitzondering als non-homo zonder kinderen. Maar er zijn allemaal mogelijkheden, dat weet ik zeker, ik ken ze alleen nog niet.
En dat is de vrolijke stelling; ik weet dat die mogelijkheden er zijn, maar ik heb geen zin om te wachten totdat ik ze ken. Dus ga ik een appartement huren, wetend dat dat second best is. Het grootste debacle is dat dat appartement toch ingericht moet worden. Echt, van het theelepeltje tot het bed, van de deurmat tot de gordijnen, van de ijskast tot de handdoek. Ik ben nog nooit met een vrachtwagentje boodschappen gaan doen, het lijkt me wel een uitdaging.
Op zoek te zijn naar een second best geeft een twisted gevoel. Dat is een van de nadelen om in een stad te landen die ik niet ken en om werk te gaan doen waarvan ik niet kan inschatten hoeveel tijd ik daadwerkelijke in dat huis ga zitten, of hoe mijn dagen er uit gaan zien, waar mijn behoefte uit bestaat. Heel merkwaardig en zoals ik eerder zei; ik vind het een horror om tussen lelijke dingen in te zitten, of in een huis te zitten dat stom gebouwd is. In en hotelkamer is dat al niet leuk, maar in een ‘eigen’ huis is het niet te verkroppen.
Ondertussen ben ik natuurlijk ook gewoon aan het werk; dat lijkt nu een soort bijzaak, en ik denk dat dit landen en plek vinden een gewoon onderdeel is van de dingen die ik hoor te doen, eigenlijk een soort deel van het werk is. Komende weer wordt het, zowel op het gebied van wonen, transport en werken decision time...