alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

zondag 12 december 2010

huiselijk geweld III


Vandaag is het zondag, gisteren kwam ik terug uit Tanzania. Precies een week geleden heb ik de bloempotten op het terras hier schoongemaakt, geschoffeld, geraniums gestekt en de bougainvillea gesnoeid, gras uitgetrokken en bemoedigende woordjes gepreveld. Een week later kwam ik terug in die week heeft het geregend heeft de zon geschenen en deed de natuur waar het zo goed in is; groeien en woekeren. een week nadat ik een uurtje aandacht aan die bakken gaf staat er een soort van tuin. dat groene spul explodeert de grond uit... wat een vuurwerk!

huiselijk geweld II

Een leeg huis woont niet lekker en een leeg terras is niet erg uitnodigend.
Kenianen hebben een andere smaak dan ik en de buitenlanders die in Kenia wonen laten zich bedotten.


Ik heb dus meubels laten maken, geheel naar eigen ontwerp en eigen inzicht.
Dat inzicht kwam tot stand door wat ik dacht dat redelijk was op de lelijkheidsschaal en waarvan ik verwachtte dat de heren meubelmakers konden maken. Ik heb mijzelf in mijn voeten geschoten en ik wist van tevoren dat dat zou gebeuren. Ik wilde iets wat niet kon.


Ik tekende op de achterkant van een bierviltje een tafel en zette daar maten bij.
Gewoonlijk worden meubels in dit land van dikke hompen illegaal gekapt tropisch hardhout gemaakt. Op de meubelboulevard hier liggen planken waarvan je de tranen in de ogen schieten, tot ca 80 cm breed, 6/7 centimeter dik teak, en daar worden de lelijkste deurknoppen van gedraaid, of neogotische tafelpoten. En er wordt heel veel afval geproduceerd. Schaafsel, zaagsel en mislukt zaagwerk; het ligt op smeulende bergjes weg te stomen, produceert heel veel rook en smog. Het is smerig en eeuwig zonde.

De prachtige planken worden verzaagd tot van alles,
en alle gebeurt met een franse slag. Als er iets langer nagedacht was hadden die lui allang een zaagbank kunnen kopen (of maken) en daarmee hadden ze heel veel scheef zaagwerk kunnen voorkomen.

De tafel die ik tekende, wilde ik proberen zo elegant mogelijk te maken. Dus zei ik dat ik een dun blad wilde en taps toelopende poten. De timmerman zou een dikke plank in twee dunne planken zagen. Ik besprak met hem de kans op lelijk zaagwerk (want met de hand). Hij verzekerde mij dat het in orde zou komen.Ik vroeg het mij af en gaf toch de opdracht. Er waren een paar andere dingen die ik niet wilde; geen houtlijm, geen vulmiddel om slordig zaagwerk te compenseren en een afwerking graag met het
allerfijnste schuurpapier. Timmerman stond er waterig en ongelovig bij te kijken, maar knikte.

Ik betaalde aan en 5 dagen laten kwam hij de tafel brengen.
Ik werd pissig want het gat voor de parasol was niet met een boor, maar met een beitel gemaakt; het prachtige hout was verkracht, midden op het blad.

De tafel staat hier buiten; het zonnetje schijnt (krachtig), het regent, het waait en ik merkte dat het hout ging werken. Het was heel jong en vochtig hout... nooit gedroogd geweest, springlevend. Ik belde de timmerman; hij zei dat dat het logische
gevolg is als je zo'n dikke plank halveert. Ik zei dat hij geen tafel moet maken als hij van tevoren weet dat die niet goed zal zijn en dat ie gaat kromtrekken, dat hij goed hout moet gebruiken en een beetje eergevoel in zijn werk moet verstoppen. Hij zei dat als ik dunne planken wil, dat het niet aan hem is om te bepalen dat dat niet kan.
Met vriendelijke schouderklopjes kom je er niet, maar iets anders kan ik mij ook niet voorstellen... Hij had zijn geld en ik een kromme tafel, dat was de patstelling. Het enige dat ik kan doen is zelf elke dag het tafelblad omdraaien, en de andere kant op laten kromtrekken.

Gisteren legde ik het blad omgekeerd.
Vannacht regende het.
Ik schrok een paar keer wakker.
Vanmorgen zag ik het resultaat van het geweld van kromtrekkend hout.
Het maakt het geluid van een kleine oorlog.

Straks ga ik naar de tafelmaker, hij is nu nog bezig met 4 stoelen voor me, en voor het ijzeren plaatje voor het parasolgat en ik wil een potje olie hebben om de meubels in te kunnen oliƫn...

Eerst vriendelijk met hem doen, met opdrachten wapperen en dan toch nog eens opperen dat hij die tafel komt repareren...


Zo blijft het een tango of dependency: Ik heb alleen maar invloed op hem zo lang er een volgende opdracht in het vat zit.
Misschien verstaat hij zijn vak toch beter dan ik.