Het is nu zaterdag. Ik zit op mijn kantoor in Nairobi en ik heb net het verhaal over mijn onvrijwillige vakantie in Addis ge-upload.
Dat verhaal schreef ik afgelopen zondag al en de afloop was toen nog onduidelijk. Ik vond het niet zo’n goed idee om die blog te uploaden terwijl ik nog in Ethiopië was.
Het werd me duidelijk dat Ethiopië een vrij uitgebreid netwerk van ‘agenten’, ‘stillen’ en ‘verklikkers’ heeft en dat die het leuk vinden van alles in computers te zetten en dat ze het niet zo belangrijk vinden de boel zo af en toe op te schonen.
Geen idee of ze ook Nederlandstalige blogjes gaan vertalen. Zou best kunnen. Ik hoop in dat geval dat ze ervan genieten en dat ze een klein beetje het gevoel voor luchtigheid kunnen waarderen.
Maar over het algemeen zijn veiligheidsdiensten niet erg goed in sarcasme, cynisme of korreltjes zout.
het Bole Vliegveld in Addis; dan weer druk, dan weer leeg |
Op de ambassade hadden een paar weken geleden de chauffeur (die Armaic spreekt) met de ‘note verbale’ naar het ministerie gestuurd, daardoor werd de alexander-moet-van-een -lijst-af-actie iets officiëler. Dat hele verhaal staat uitgebreid in de vorige blog.
Toen ik op donderdagavond het land uit wilde liep de zaak vast. Door die officiële brief kon mijn zaak op het vliegveld niet ‘effe’ geregeld worden en moest de directeur van de immigratiedienst er iets van vinden. Het was middernacht en die lag te slapen, en dus moest ik wachten. Logisch.
Maandagochtend bij de ambassade leverde vooral op dat zij nog wisten van mijn zaak, en dat ik wist dat ze ermee bezig zijn (waren). Daarbij weet ik nu de gezichten van de dames die die ermee bezig zijn. Ik heb weinig invloed op de manier van doen en heb geen zicht op de stappen. Het enige dat ik weet is dat ik uiteindelijk van die lijst af wil omdat ik heel veel vaker naar Ethiopië wil, omdat daar mooie kansen liggen voor ons bedrijf. Op de ambassade wisten ze wel dat mijn paspoort nog steeds op het vliegveld lag en de grote oversteek naar het kantoor van de immigratiedienst nog niet gemaakt had.
Maandag dus: Ik moest toch naar het vliegveld (6-de keer in 3 dagen) om te kijken of mijn tas er al was en wandelde (zonder tas) bij de immigratie langs. De mijnheer daar kende mijn zaak en vroeg aan zijn baas of ie mijn paspoort mocht teruggeven.
wachten wordt verlicht door top-macchiato, altijd en overal... |
Ik wachtte een uurtje of 3 en babbelde met Russische helikopterpiloten (doordat ze een soort hansopje dragen van een zachte stof zagen ze er uit als gigantische paaskonijnen zonder muts en met een wodkakegel). Zij hadden een paar maanden met hun ‘heli’s’ in de woestijn gespeeld en hadden nu problemen om dat ding weer het land uit te krijgen. En bij de immigratiedienst waren ze benieuwd of er geen staatsgevaarlijk info op hun laptopjes en tablets stonden. Ze zaten nu al twee dagen te wachten totdat de immigratiedienst alle familiefoto’s van alle apparaten bekeken had. Dan kan ik me voorstellen dat je dan een klein slokje van het wonderwater uit je heuplflacon neemt.
Na verloop van tijd vertelde ik de ‘immigratiepief’ dat ik niet zo goed wist waar ik op zat te wachten. Ik wilde of mijn paspoort terug, of ik wilde dat het naar het immigratiekantoor ging. Mijn trouwe chauffeur Salomon stond buiten te smelten in zijn auto en ik kon best een paspoort, desnoods met een immigratiedienstmedewerker, meenemen naar het Black Lion gebouw.
De directeur van de immigratiedienst bleek nu niet bereikbaar, er waren telefoonproblemen of hij was even weg. Zachtjes vertelde de man dat ik woensdagmiddag moest terugkomen.
Er zonk iets in mijn schoenen, geen idee wat, maar het was een onprettig gevoel.
En meteen wees hij op de rug van een man in een pak die wegliep en zei: ‘Hij heeft je paspoort en hij gaat nu naar de immigratiedienst.’
Als een uitgeperste James Bond sprong ik op, wandelde schaduwend achter hem aan en bekeek naar welke auto hij liep, ondertussen belde ik Salomon, alsof Zorro zijn paard floot instructies voor te komen rijden en terwijl hij in zijn oude Corolla met gescheurd dashboard aan kwam draven, sprong ik er in en zei: “follow that car”.
De hitte van een paar uur eerder was aan het omslaan en vlak buiten het vliegveld begon ‘t te regenen en al snel bleek de Corolla nauwelijks opgewassen tegen de klotsende golven over het wegdek, de ruitenwissers boden nauwelijks verzet tegen de dikke droppels en Salomon vertelde: ‘this is serious rain, by the way.’
Ik had al zo’n indruk.
Na een half uurtje zette hij mij af bij het hoofdkantoor van de immigratie in het Black Lion gebouw, ik rende de trappen op en in de hal kwam ik de man tegen die mijn paspoort in zijn hand hield en het bij kamer 89 afleverde.
Inmiddels kan ik er luchtig over doen, maar op dat moment waren er nog maar 4 dingen echt duidelijk:
- - het was in handen van een niet erg aardige, en zeker geen transparante dienst die het niet erg vind als mensen op hem wachten.
- - mij was verteld dat ik iets had gedaan dat niet mocht (niemand weet wat) en dat ik mij moest voorbereiden op mijn rechtszaak en dat die nog wel eens 2 maanden op zich kon laten wachten.
- - de enige die mij kon helpen was de directeur van de immigratiedienst en die leek zich te verstoppen, veel belangrijker dingen te doen of misschien wel helemaal niet te bestaan.
Op zich waren dat allemaal ingrediënten die niet zorgen voor gerustheid en de enige die ik mij kon bedenken die die ongerustheid konden wegnemen waren mijn vrienden van de Ambassade, maar die zaten ook een beetje met deze zaak in hun maag; een short cut zou misschien weinig diplomatiek zijn en de ‘long haul’ leverde geen oplossing op korte termijn.
Na de Ambassade, de immigratie op het vliegveld, de immigratie in het Black Lion gebouw, opnieuw de ambassade en de Ethiopische ambassade in Brussel en in Nairobi wist ik wel dat er iets fout is, maar niet wat, weet niet waarom ik op een lijst sta en hoe ik er af kan komen.
Ik weet alleen dat eigenlijk niemand iets weet en dat niemand weet wie mij helpen kan. Niemand heeft er zin in en niemand kan er iets mee… de hete aardappel wordt doorgeschoven. Ik ben een aardappel.
deze mevrouw zat tegenover mij te wachten... dat kon ze erg goed |
Na nog eens een middagje op het kantoor van de Black Lions werd ik rond half 4 echt kribbig. Er was niemand om tegen te klagen en het liep weer tegen sluitingstijd. Dus wandelde ik op goed geluk een kantoor binnen en zag per ongeluk mijn paspoort op dat buro liggen. Dus zei ik:
-Ha, ik kom dat paspoort halen.
-Wait ouside…
- Nou, ik ben al een tijdje outside aan het waiten en ik heb daar zo langzamerhand wel genoeg van. Kunt u mijn dan ten minste vertellen waarop ik dan wacht.
- Op de baas
- Ja, maar ik wacht al 4 dagen op de baas en ik heb niet het gevoel dat er veel beweging in zit. Ik wil heel graag met hem praten.
- Kom op woensdag terug
- Nou, ik vertel net dat ik al genoeg gewacht heb, en nu zegt u dat ik nog 2 dagen moet wachten… dat vind ik niet zo’n goed voorstel
- Talk to the boss
- Yes please,… Give me the boss
- The boss is not here
- Then why am I waiting?
- He will be here soon
- When is soon?
- He will be here at 4…
- Great! now it is 5 to 4, can you book a meeting for me with the boss at 4?
De andere mensen op zijn kantoor begonnen te lachen. Ik weet niet of ze mij uitlachten, om de situatie lachten of dat ze langzaam door hadden dat het een kafkaiaans rollenspel was dat ze overbekend voorkwam, maar waar ze niets aan konden doen.
Ik stak mijn hand uit en zei:
- Deal…geweldig, ik heb een afspraak met de baas om 4 uur, en eindelijk heb ik iemand gevonden waarmee ik echte duidelijke afspraken kan maken; geef me een hand…
Hij schudde mijn hand met een week glimlachje. Boeren met kiespijn bestaan ook in Ethiopië.
Ik ging weer buiten zijn kantoor op het spartaanse wachtbankje zitten en om kwart over 4 wandelde ik zijn kantoor weer binnen en zei:
- Ha, ik heb een afspraak met de baas, is ie er?
Mijn nieuwe vriend keek op van zijn patience spel en zei:
- no, he has not yet arrived…
- nou, dat is toch vreemd… hij heeft een afspraak met me en dan komt ie niet… heel merkwaardig.
- just wait outside
- nee, ik wacht niet meer outside.
- je moet de regels van dit land respecteren, u bent een gast.
En toen werd ik echt heel erg giftig… heel langzaam probeerde ik hem uit te leggen dat ik heel graag de regels van een land wil respecteren en dat ik mij graag wil gedragen, maar dat zij dan moeten uitleggen wat die regels zijn, en wat ik zoal fout heb gedaan. En ik legde hem uit dat het niet echt heel erg correct is om iemand niet de mogelijkheid te geven om naar huis te reizen als ie dat graag wil. Dat ik het niet zo’n goed idee vind als je mensen op bezoek krijgt, ze en paar dagen in een hotelkamer te laten zitten, dat ik het niet zo aardig vind om de bagage kwijt te maken, dat ik het onvriendelijk vind om geen duidelijke informatie te geven en dat ik, als ik bij mensen op bezoek ben, meestal wel iets te drinken aangeboden krijg.
- De baas komt er aan… zei hij.
De anderen in zijn kantoor lachten weer.
En twintig minuten later, ik zat netjes buiten zijn kantoor te wachten, riep hij mijn naam om door een soort interkommetje (ik zat werkelijk in mijn eentje aan de andere kant van de open deur).
Hij riep me binnen en ik was bereid te horen dat de baas nog 3 weken met vakantie was en dat ik moest wachten totdat hij van zijn Hadj of zijn tocht naar Israel, Rome of weet ik veel waar vandaan terug zou zijn. Maar mijn nieuwe vriend zei:
- schrijf op: Ik, Alexander Valeton ontvang mijn paspoort terug van ambtenaar 101 op het kantoor van de immigratie in Ethiopië, mijn paspoort is niet stuk en ik ben goed behandeld… en dan de datum en je handtekening.
Uiteraard deed ik dit met het gemak van de eerste de beste leugenaar, en vroeg of ik een fotootje mocht maken van dit waardevolle document. Dat mocht niet, of ik een foto mocht maken van mijn nieuwe vriend en mijn oude paspoort samen… dat mocht ook niet.
Tien minuten later stond ik buiten, chauffeur Salomon maakte een dansje en zei: ‘zie je wel dat Ethiopiërs aardig zijn’, en we renden naar het ticketbureau van Ethiopian Airways om de eerste vlucht naar Nairobi te boeken.
3 uur later checkte ik in op het vliegveld;
Heel, heel kort werd daar moeilijk gedaan over het feit dat mijn visum reeds 4 dagen eerder voor de huidige exit was gestempeld (ik was immers al door de douane en werd toen terug geroepen, 4 dagen geleden). Ik vroeg om de baas en de baas keek om de hoek en zei: ‘ik ken deze zaak, laat maar gaan…’
En nog snel vroeg ik aan deze baas: “Wat was nou 't probleem en is dat nou opgelost”?
En hij zei: “de verwarring is ontstaan doordat er iemand anders is uit Nederland met precies dezelfde naam als jij, maar met een andere foto… dus is dat iemand anders. Maar die man die staat op onze ‘wanted’ lijst…”
Ik weet 100% zeker dat er geen andere Nederlander is met mijn naam en zeker niet van mijn leeftijd.
Ik ben een hete aardappel…en mensen verzinnen smoesjes.
stills uit het Black Lion gebouw:
---------------------
ik reed veel rond... wat auto-foto's: