alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

donderdag 30 september 2010

te lang in Amsterdam

Eigenlijk wilde ik helemaal niet over perikelen schrijven, maar het bloggen schept verplichtingen (ik zie het aantal lezers dramatisch afnemen... wat wil je, er staat al weken niets nieuws te lezen). Ik wilde schrijven over leuke, mooie enthousiasmerende dingen, bijzonder inzichten en licht ironische constateringen doen. Ik ben al een paar keer begonnen met zo'n vrolijk stukje, maar dat past helemaal niet in mijn state of mind. Voel me als een vlinder die vastgeklonken is aan de zware steen, wel zinloos klapwieken, maar niet opvliegen.

Ongeveer drie weken geleden kwam ik terug uit Oost Afrika en ik had besloten daar een tijd (een paar jaar) te gaan werken. Ik kwam naar Nederland om een koffertje op te pakken en naar Kenia af te reizen. Ik wilde op 1 oktober daar beginnen.
Morgen is het 1 oktober en ik ben nog in Nederland.

Ik verdrink in allerlei dagelijksheden en wordt vastgehouden door dingetjes. De verkoop van mijn BV, de aanbieding van de KLM, wat moet ik waar op gaan slaan, de gezondheid van de familie, de liefste en de lieve aandacht van vrienden... het zijn allemaal redenen om een tikkie later weg te gaan, om steeds de tocht naar Kenia een dagje later te plannen. Uitstel. Het wordt allemaal stroperig, rennen door de modder. Het gevoel om flux effe een paar jaar in Afrika te gaan wonen verandert in een lang afscheid. Woorden als 'emigreren', 'uitschrijven' en 'long term' maken het baksteenzwaar en dan wil ik niet. Maar het is onmogelijk om die woorden te vermijden. Zo heet het nou eenmaal. Ik kan makkelijk bedenken hoe ik het zou willen, maar familie, vrienden, de gemeente en de belastingdienst denken daar heel anders over. Met hen moet je afspraken maken, moet je aan plannen voldoen. Bij dergelijke exercities kan het niet anders dan een plan te maken, de stappen in dat plan zorgvuldig uit te voeren en er zo min mogelijk van af wijken. Maar... tussen droom en daad....
Omdat het toch een beetje (en in sommige gevallen Heel Erg) emotioneel is ben ik nu al weken in een bedrukte stemming. De fluxheid is ver weg. Ik ga op zoek naar de vlinderlichtheid.

Weggaan is leuk, is spannend. Dat heeft te maken met nieuwe horizonten, nieuwe mogelijkheden; een nieuwe pagina in het boek, een blanke lei, nieuw licht, verse lucht. Het heeft iets fris en energieks. Achterlaten is bitter en heeft iets tragisch. Afsluiten, opbergen, doodlopende wegen, onneembare kliffen. Het heeft iets mossigs, vochtigs en ouds.

Het is onmogelijk alleen het leuke en frisse te zien. Het kan niet, hoe graag ik dat ook zou willen. Een ik kan wel duizend keer roepen dat ik binnen 8 uur weer in nederland ben, maar dat geldt niet. Kenya is best ver. Uit het oog uit het hart? Ik kan duizend keer roepen dat skype, mail en telefoons prachtige hulpmiddelen zijn om de afstanden te verkleinen, maar toch is het ver weg.

Toen ik zo'n 15 jaar geleden naar Azie vertrok maakte ik nooit echt een keuze van: Nu ben ik weg. Ik landde daar een keer, bleef er eens wat langer, kwam dan weer naar Amsterdam, deed hier nog een klusje, maar was daar ook bezig en langzaam maar zeker kwam het gewicht meer daar te liggen. Huurde daar een huis en na verloop van tijd verhuurde ik het mijne in Amsterdam en verkocht dat later. Er was geen duidelijk moment van vertrek, er waren er tientallen. Nu is dat er wel.

Ik zie uit naar het werken daar, zie uit naar de nieuwe uitdagingen en zie uit naar de verse energie van een nieuw continent. Zie uit naar het uitzetten van bakens, van geursporen en het in de vingers krijgen van al het nieuwe.

Het pakken van je koffer is een ontnuchterend werkje en dat moet je snel en gewiekst doen. Voor je het weet pakken de donkere wolken zich samen boven de polder.

vrijdag 10 september 2010

Ian Dury in Nairobi


Vorige week zat ik in een taxi in Nairobi. Ik had gewerkt en was moe, had een hand vol indrukken te verwerken, maar voelde mij tevreden.
De radio in de taxi stond aan en meestal vraag ik of die uit mag. Dat was ik nu vergeten. De chauffeur zat vrolijk te knikkebollen in de file en ik was goedgeluimd en vond alles best. En dan brak het volgende nummer aan op de radio: 'Hit me with your rythm stick' van Ian Dury and the Blockheads. Ik werd er intens vrolijk van en intens triest. De vrolijkheid betrof het nummer zelf en de grandioze tekst (zie hier onder). De triestheid kwam alleen door de nietigheid van het bestaan, de lulligheid van het leven en de vergankelijkheid van de herinneringen, de eeuwig durende file in Nairobi hielp daar ook bij.

Ik was ooit 14 toen ik de met mijn fiets naar Alkmaar ging (6 kilometer dagelijkse tegenwind) en de trein naar Amsterdam nam. Ik had geen geld had en liep van het Centraal Station naar het Leidseplein. Daar vroeg ik aan passanten waar dat Paradiso toch zou moeten zijn en voor de deur van de tempel van de popmuziek kocht ik een kaartje en wandelde naar binnen. Ik was op een missie, geen idee meer waardoor ik geinspireerd was. het zou best Ad Vissers TopPop geweest kunnen zijn, maar misschien had ik de LP ('new boots and panties') van de man al gekocht.
Toen in Paradiso zag ik mijn eerste echte concert: Ian Dury and the Blockheads.

Het was in de hoogtijdagen van de punk, in de dagen dat popmuziek en een eeuwige verslaving aan enge verdovende middelen naast elkaar lagen, de dagen dat alles stuk moest en ik een button op mijn jas had ('I'm a mess'... geen idee wat dat betekende). Daar trad een kleine epileptische manke lunatic op die een volslagen dada-istische act opvoerde. Als 14 jarige snapte ik dit niet, maar was wel gefascineerd. Natuurlijk ook door Chaz Jenkel(?) die een solo toeterde op 2 saxofoons tegelijkertijd. Dat was iets tastbaars.

Ik weet nog dat ik naar buiten kwam en dat mijn wereld veranderd was. Er was ruimte gekomen. Zoals ik later ook bij het Festival of Fools ervoer en bij andere Eerste Ervaringen uit die tijd (de eerste keer vrijen, eerste keer slapen op het strand, de eerste keer dronken, het eerste zelf verdiende geld, het eerste jointje, de eerste keer Celine lezen... ja het was een drukke tijd toen).

Nog steeds is Ian Dury een held, zijn dood doet daar niet aan af, behalve dat de stroom merkwaardige liedjes is afgenomen. Maar hij heeft er genoeg gemaakt en blijkbaar vond de programmeur van K24 radio in Nairobi dat ook.

Dat een zo'n liedje, in een file in Kenia zo'n train of thoughts teweeg kan brengen is bijzonder...echt.Het is bijzonder jezelf ineens te zien als 14-jarige, niet een echt sexy leeftijd. Maar toch was ik daar toen en ben de hele omgeving vergeten, behalve dat Ian Dury zong en mij tot een post-puber maakte.

toch een fraaie link naar dit wonderschone nummer:

http://www.youtube.com/watch?v=u6idHmoe5EM

nu nog de tekst: Echt zeer bizar eigenlijk niets aan, maar ik droomde weg en dacht dat die kleine mankepoot op al die plekken geweest was die hij noemde.


In the deserts of Sudan and the gardens of Japan
From Milan to Yucatan, ev'ry woman, ev'ry man

Hit me your rhythm stick, hit me, hit me
Je t'adore, ich liebe dich, hit me, hit me, hit me
Hit me with your rhythm stick
Hit me slowly, hit me quick
Hit me, hit me, hit me

In the wilds of Borneo and the vineyards of Bordeaux
Eskimo, Arapaho, move their body to and fro

Hit me with your rhythm stick, hit me, hit me
Das ist gut, c'est fantastique, hit me, hit me, hit me
Hit me with your rhythm stick
It's nice to be a lunatic
Hit me, hit me, hit me

Hit me, hit me, hit

In the dock of Tiger Bay, on the road to Mandalay
From Bombay to Santa Fé, o'er the hills and far away

Hit me with your rhythm stick, hit me, hit me
C'est si bon, mm? Ist es nicht? Hit me, hit me, hit me
Hit me with your rhythm stick
Two fat persons, click, click, click
Hit me, hit me, hit me
Hit me, hit me, hit me - hit me, hit me ....

woensdag 8 september 2010

regen in amsterdam

de foto's bij dit blog heb ik allemaal netjes geleend (gejat) van andere blogs, van andere mensen dus. Thanks!


Samen het Michael at ik een smerige pizza. Kan het decadenter: klagen over te veel truffel in de sla. Het ging niet om de truffel; het was goedkoop chemisch truffelaroma. Beide wandelden we naar buiten met een opgeblazen gevoel. Alsof je een potje MSG hebt leeg gelepeld. Heel onplezierig. Het beste is dan de boel zo snel mogelijk te verbranden en dan gaan twee veertigers een ommetje lopen door een park.

Het regende in Amsterdam, het was heiig en warm. Het vocht kwam uit de hemel en van het gras van het Vondelpark.

Rond negen uur is er nog een schijnsel van licht in de lucht, tussen de wolken door was er een diepblauwe kleur. De platanen in de lange laan van het park druppelden, maar het kon ook regen zijn. Drie mevrouwen kwamen kwebbelend en joggend voorbij, een hond met een lampje aan zijn halsband piste tegen een boom en wij wandelden een rondje. Langzaam kwam er lucht in de gelederen en de druppels van de bomen werden nu echte regen. Via een brug, donker water met een kleine reflectie van de lucht, via een bochtig straatje en de overkant van het park naar de muziektent met de nieuwe bestrating (er staat een boom midden op het pad... oppassen als je dronken zonder licht de doorsteek door het park wilt maken). Daarvandaan toch nog even naar het terras van Vertigo onder het aanstaande ex filmmuseum. Van onder een parasol bekeken wij de schimmen die zich, als in een film noir, met natte ondergrond en dramatisch tegenlicht, door het park verplaatsten. Het gesprek ging van werk naar ouders, van school en kinderen naar de toekomst, van plannen naar de dingen die zijn zoals ze zijn. Half speculerend op een betere toekomst, half rekening houdend met de gegevens. De eeuwige banaliteit van de werkelijkheid, de noodzaak van het dromen.
Het kinderlijke enthousiasme om onze eigen luchtkastelen en de grote schoenen waarmee we stevig verankerd zijn in hier en nu. En de blikken gleden weer af naar een groepje Duitse toeristen die het wirklich toll hadden in Amsterdam, ondanks de regen, naar een vrouw die joggend Vertigo in ging, haar jas losknoopte en joggend de wc in rende om een paar minuten later, opgelucht weer naar buiten de joggen. (hoe zat ze daar?) Het werd donkerder. Onze gesprekken liepen ten einde. We wandelden terug langs de manege en wierpen een blik naar binnen. Vier dampende paarden renden in stilte hun rondjes, op hun ruggen stille geconcentreerde mensen.

Michael belde met een editor over een klusje van morgen. Ik had nog een paar punten die ik met hem bespreken moest; saaie werk dingen. En zo verdween het lucide Amsterdamse regenachtige in de dagelijkse agenda van morgen, overmorgen, projecten, deadlines afspraken en rekeningen.

Als je dingen afsluit merk je ineens dat heel gewone dingen een zwaardere lading krijgen, dat het gewicht komt te liggen op schijnbaar normale zaken en dat je dingen doet die je normaal niet doet (wandelen in de regen) maar die wel heel mooi kunnen zijn. De accenten komen anders te liggen, je merkt dat ze verplaatsen, maar je kan onmogelijk vertellen waar ze terecht gekomen zijn.