alexandervaleton@gmail.com http://alexandervaleton.tumblr.com/

Pagina's

zondag 13 juni 2010

Oezbekistan, 23 mei 2010




Oezbekistan, 23 mei 2010

In het kleine kantoor van de customs op de grens tussen Tadjikistan en Oezbekistan gebeurde weinig. Je snapt er niets van, twee buurlanden met beide een groeiende economie die blijkbaar er van af zien onderling handel te drijven. Alleen een groepje van bejaarde vrouwen, waarvan een zelfs nog een CCCP paspoort in haar kromme vingers hield, stond te wachten. De drie douane mensen vonden ons een leuke afleiding en lieten ons voor gaan. Sommige gevallen van discriminatie zijn zeer welkom.
Aan de andere kant van de grens vonden wij een taxi die ons naar Samarkand reed. De chauffeur was een eikel, een van de zeer weinige die we tot nu toe tegen gekomen waren. Hij kon maar niet begrijpen dat wij hem begrepen en het weldegelijk eens waren met zijn plan: hij bleef zijn vraag (locatie) en de waarde (dollars) telkenmale herhalen en wij antwoordden: Ja, Yes, Da en Oui... Maar toen dat nog niet duidelijk was voor hem, schreef hij het in zijn telefoon en schreven wij de 4 bevestigingen opnieuw op en zo bleef het de volle 60 kilometer doorgaan. Ik zou niet weten wat hem dwars zat, misschien kende hij het hotel niet waar wij heen wilden, was hij te verbaasd dat wij nauwelijks onderhandelden over de prijs, misschien zat hem iets heel anders dwars.

Samarkand is een eeuwenoude stad die gebouwd is aan de voet van de uitlopers van de Himalaya’s waar die over gaan in de woestijn die tot aan de Kaspische Zee doorloopt.
Uit de bergen komen kleine riviertjes met smeltwater en dat water verdwijnt snel in de hete zon en het droge zand. De enige strook land die geschikt is voor landbouw (en dus bewoning) is de voet van de bergen. Dat is nu zo en dat was 2000 jaar geleden ook al zo. De grote oost-west verbindingen tussen de Europese wereld en de Oostaziatische wereld was een hand vol wegen en sporen waarlangs de karavanen en dus de handel heen en weer trokken. Deze karavanen hadden rustige en veilige plekken nodig om de nachten door te brengen, om water en eten in te slaan en om te gokken, te vrijen en nieuwtjes te horen en allerlei andere dingen te doen. De steden langs deze handelsroutes groeiden, er kwam een infrastructuur en daardoor gingen er mensen wonen. Doordat die mensen er waren kwamen er scholen, moskeeen, badhuizen en ontstonden er markten. Tussen Oost Azie en Europa zijn er verschillende zijderoutes en zijn er verschillende zijderoute steden. Sommigen zijn inmiddels leeg en vervallen, anderen doen nu eigenlijk nog steeds hetzelfde als toen; wateringholes along the way. Het zijn veilige pleisterplaatsen in een onherbergzaam terrein. Samarkand is een van de beroemdste op deze route. Het was altijd al een fikse stad maar toen de toenmalige heersers landjepik begonnen met het bouwen van fraaie gebouwen werd het (zeg, vanaf ca 1200) één van de belangrijkste moslim studiecentra in de wereld. Jonge knullen mochten onder leiding van de oude wijzen in de Koran lezen en deden dat in de Medressa’s. Het ziet er niet naar uit dat geld een probleem was om die dingen te bouwen. De medressa’s van Samarkand zijn wereldberoemd om hun schoonheid, hun ligging en omdat ze de tand des tijds hebben doorstaan. Naast de Medressa’s zijn er moskeeën en mausoleums. Samarkand doet in M’s.

We checkten in, in een vriendelijk hotel dat we al geboekt hadden toen we de visa regelden. Twee fraaie binnenplaatsen, kersenbomen vol met dikke rode kersen, een ruime kamer, stilte en eindelijk een goede laundry service. We wisten dat we hier 2 nachten zouden blijven en hadden onze stinkende was opgespaard.
Rond een uur of 3 waren we gedoucht en klaar en stonden voor het enorme vraagstuk: Zullen we vandaag al naar de grote monumenten gaan of zullen we dat morgen doen... en dus gingen we.
Vanuit de wijk van ons hotel wandelden we met camera’s en aerobie naar het centrum. Aan de voet van het beeld van de grote heerser Amir Timur zagen we een eerste mausoleum, een blauw ui-vormig dak boven een complex van gebouwtjes en muren. Kaartje kopen, voor die grote groep toeristen uithaasten, snel naar binnen en daar pas in het boekje gelezen dat dit een mausoleum is dat bescheiden en humble is... ja ja... hmm. Als deze middeleeuwse tegelshowroom, met baldakijnen en marmeren lambriseringen, met hoekafwerkingen in vele lagen, met detailleringen van een belachelijke nauwgezetheid (majolica tegels in beschilderde gipssettingen, met daaroverheen goud opgelegde graffiti van kalligrafische koranteksten uit 1320...), als dit humble en bescheiden is... wat moet de rest van deze stad en die talloze gebouwen uit diezelfde periode dan te bieden hebben?
Buiten zagen we wat er bedoeld werd met bescheiden; er waren inderdaad kleine stukjes muur waar niet zo heel veel blauwe tegels op zaten... ja, logisch.

We wandelden verder en in de verte zagen we het profiel van de Registan opdoemen. Het is wel vreemd, dat je dan sloffend, met een beetje spanning naar Het Doel van de reis toe wandelt. Die gebouwen liggen daar dan een beetje te bakken in de zon. Een klein groepje toeristen zat op een bankje in de schaduw te kijken naar de gevels en wij slenterden langs, open ogen, alle zintuigen op scherp.
Die Registan bestaat uit drie gebouwen die in een carré staan rond een vierkant plein. Eigenlijk ontbreekt het vierde gebouw. Via die open ruimte komt de onwetende wandelaar aan, loopt langs de zijkant van een van de gebouwen en ziet dan ineens de gebouwen opdoemen. Enorme, laat ik schatten, 20 meter hoge gevels met daarin voornamelijk een poort, daarin twee kleinere poortbogen waarin dan weer de deuren zijn gemaakt. Als een enorm reliëf is het opgebouwd en versierd met tegels, majolica en kalligrafieën. Deze aanblik is indrukwekkend....misschien zijn hier wel zwaardere superlatieven gewenst: deze gevels zijn de fraaiste op de wereld, deze gevels zijn een orgastische explosie van alles wat de architecten en arbeiders in het jaar 1250 konden, deze gevels zijn een hoogtepunt van de cultuur van centraal Azië, niet alleen toen, maar nu nog steeds. In de afgelopen jaren reisde ik regelmatig in centraal en zuid Azie en nergens zag ik zo’n verfijndheid, zo’n kunstigheid en zo’n geblaseerdheid. Genoeg aanbevelingen?...

Op het plein waren bijna geen mensen en aan het eind van de middag was de zon al een beetje aan het zakken achter het westelijke gebouw. Door het tegenlicht was minder goed te zien hoe het er echt uitzag, door het meelicht was dat op het oostelijke gebouw des te zichtbaarder, in een avondgloed is het fijn tegelskijken.
Daan, de kleine wereldontdekker, maakte een praatje met een bewaker en riep ons voordat wij van de eerste indrukken bekomen waren - hij had geregeld had dat we voor een grijpstuiver illegaal een van de minaretten op konden klimmen. Man met grote pet weeksalaris gegeven, kruip door sluip door achter hem aan, extreem smalle wenteltrap op, stoot je hoofd niet, anderen moesten naar beneden, smalle lijf tegen lijf passage... he toeristen, zouden die ook zo’n deal hebben met onze illegale held? Het paste maar net, en een voor een konden we door een klein luikje piepen, niet verder dan tot je navel uit een gat hangen en wat zie je dan; de gevel tegenover het plein op ooghoogte, het plein beneden je, in de verte de bergen op rechts en de woestijn op links (maar dat laatste kan je helemaal niet zien omdat het nooit helder genoeg is.... je kunt het alleen bedenken). Eigenlijk viel de gevel-op-ooghoogte wat tegen... Ja, logisch, hij is ook gebouwd om hem vanaf het plein te kunnen zien, en niet vanuit deze minaret. Er zit een soort trompe l’oeil effect in meegebakken. Om de beurt keken we en maakten we een foto van onszelf met de Registan gevel bij sunset op de achtergrond. Daarna weer trappetje af en kruip door sluip door naar de ballustrade van de binnenplaats, want áchter de gevel aan het plein is de Medressa zelf; een binnenplaats met een heleboel hokjes waar de kleine moslimmetjes Het Grote Boek aan het lezen en bestuderen waren. Vanaf de balustrade was er een fijn zicht op het plein, we probeerden foto’s te maken maar door het heftige licht was dat eigenlijk tot mislukken gedoemd. Daan drukte een deur open en daar vonden wij een gigantische stapel blauwe, groene en meerkleurige tegels. De gebouwen zien er aan de buitenkant schitterend uit, geen schilfertje mist, alles is helemaal in orde. Wij West Europeanen hebben een extreme hang naar authenticiteit. “Oud’ geldt als een kwalificatie voor kwaliteit. Als iets oud is, is het goed of mooi of bijzonder. In Azie zijn ze daar een stuk luchtiger over. Het idee van deze gebouwen is dat ze schitterend zijn; blauwe tegels in de zon tegen een strakblauwe lucht. Zo is het ooit bedoeld en als in de afgelopen 800 jaar het blauw van de tegels een beetje flets geworden is, dan is het tijd om de tegels te vervangen opdat het ooit bedoelde resultaat opnieuw bereikt wordt. Daarom is er een kamer met reservetegels, in alle kleuren en maten. Die malle Oezbeken doen er ook niet zo ingewikkeld over. Wij zouden misschien nog de neiging hebben, áls we al aan vervanging zouden gaan doen, om dan die tegels op een authentieke en arbeidsintensieve manier te willen namaken, net als onze voorouders deden, maar zij laten ze gewoon in een fabriek maken, bestelnummer staat op de achterkant gegraveerd.
Nadat we met veel te hard tegenlicht foto’s probeerden te maken, inclusief de standaardfoto’s van Daan die The Funny Walks doet, daalden we verder af, wandelden naar de moskee en vergaapten ons aan het plafond dat de binnenkant van een koepel leek maar ook een trome l’ouil op een plat plafond was. We hingen wat rond op de binnenplaats van de moskeegebouwen onder de bomen. Keken naar schooljeugd die zich verveelden als tieners in het Rijksmuseum. Aerobieend op het plein voor de Medressa vermaakten we de bewakers. (Inmiddels waren er al een handvol naar ons toegekomen om ons de view vanaf de minaret te verkopen... wat ooit een unieke ervaring leek was de gangbare tourist trap).

Via het minst saaie restaurant wandelden we naar ons hotel en sliepen relatief vroeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten