Zondag 16 mei
Nadat we met veel gedoe Kazachstan uitgekomen waren en in Kyrgizie binnen kwamen was onze bus allang vertrokken. Voor een volslagen willekeurige prijs namen we een taxi naar het huis van Zoja. Paul Veerman is al eeuwen een goede vriend van mij en de reis die Wouter en ik 10 jaar geleden maakten van Jakarta naar Nederland eindigde op het huwelijk van Paul en Marijke. In zijn studentenjaren reisde hij vanuit Amsterdam liftend en treinend met no budget naar China. Hij kwam door Kirgizie, dat toen nog een provincie van de USSR was. Omdat hij geen uitnodiging had voor China moest hij terug en stuitte daar op Fjodr. Met deze man maakte hij een hike door de bergen, leerde diens vrouw kennen en hun kinderen en raakte innig bevriend. Paul ging terug naar Amsterdam en werd een gevierd advocaat en met enige regelmaat ging en gaat hij naar Kirgizie om daar met Fjodr en Zoja ‘dingen te doen’. Hij nodigde de familie uit naar Amsterdam, hij liet Fjodr zijn huis in Amsterdam verbouwen en bracht zijn Saab naar Bishkek als cadeau. Hij onderhield zulke goede banden dat dochter Ljuda in Amsterdam ging studeren en daar nu nog woont en dat Fjodr nu weer klussen in Nederland heeft. Zoja runt inmiddels een guesthouse, dochter Marscha spreekt vloeiend Engels en de lover van Marscha is net als Fjodr een berggids die niet snel moe wordt.
De taxi zette ons af bij het Crocus Guest house en Zoja stond ons breed glimlachend op te wachten. Marscha had de hele dag op ons gewacht en was uiteindelijk toch maar weg gegaan. We waren een uur of 8 te laat. Wij checkten in in 3 fraaie kamertjes, nieuwe schrootjes, frisse badkamer, opgeruimd gevoel. Na thee en sociale dingetjes bracht een familievriend ons naar de stad om te eten en te zien hoe het er uit zag, hoe het voelde. In de afgelopen maanden was Kyrgizie in het nieuws. Er waren rellen met doden en gewonden, de president was afgezet omdat de meute hem te corrupt vond en hem beschuldigde van nepotisme. De president wilde niet aftreden en er werd een interim regering geinstalleerd. De onrust en instabiliteit ging door, de ex-president vluchtte via de stad Osh naar bevriende dictators in het buitenland, zijn zoon naar Londen en later naar Litouwen. Veel mensen uit de clique van de ex-president bleven op hun plek. Amerika en Rusland keken toe en keurden de machtsovername goed, op voorwaarde dat ze hun bases konden behouden. Dat kon, de rekening werd alleen verhoogd. Er werden verkiezingen binnen 6 maanden aangekondigd en zo verdween Kirgizie weer uit de kranten. Echter, voordat we hier naar toe gingen polsten we de ambassade die zei dat als we hier niets te zoeken hebben we beter niet kunnen gaan. We vroegen mensen, belden kennissen en raadpleegden blogs en sites, maar kwamen niet veel verder dan de informatie dat er niet veel aan de hand was, maar dat je beter niet kan gaan. De tweespalt die in dat antwoord zat was voor ons, domme optimisten, een reden om onze plannen niet te veranderen en wel te gaan. Daan kreeg een noodpakket muesli repen mee, ik een lijstje telefoon nummers en Wouter... die was gewoon veilig met zijn monday till friday sokken en foto’s van zijn kinderen. Doordat er mensen zijn die zeggen dat je beter niet kan gaan en dat je niet de situatie kan inschatten stijgt de spanning. Als er dan nog mensen zijn die een onthutsend document van een warrige Christelijke NGO gaan mailen, is dat als een paar blokjes hout op het smeulende vuur van de spanning. Als je vragen krijgt om hulpgoederen mee te nemen is dat als een frisse wind die het vuuurtje aanwakkert en als iemand dan zegt dat je zijn money belt moet lenen omdat je makkelijk en snel weg moet kunnen komen en dus altijd je waardevolle dingen op je lichaam moet dragen, dan is dat alsof er een druppeltje olie op het vuur komt. (Moneybelt en dergelijke stemmingmakerij bleven thuis, de muesli repen waren in Almati al op en de hulpgoederen bestonden uit slechts een goedgevulde enveloppe.) Almati was als een veilig en warm bad met dampende geiligheid en hippe mensen, en bij aankomst in Kyrgizie hadden we de neiging alles spannend te vinden maar erg veel spannends was er eigenlijk niet te bespeuren. Maar als je dit alles weet dan loop je op zo’n eerste avond een beetje met de staart tussen de benen door zo’n stad.
Voorzichtig en zo onopvallend mogelijk, maar hoe doe je dat als je met 3 mijnheren bent die in lengte uitsteken boven het gemiddelde en ook hun kleding niet aanpassen aan het Kyrgisisch modebeeld? Na een een maaltje bij de Italiaan en een klein wandelingetje over een plein door een park (boksbal rammen en stand–up karaoke bij een krakende tv), taxiden we weer naar het bastillion van Zoja. In de tuin onder de kamperfoelie dronken we een klein flesje wodka en sliepen als een roos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten